Symposium 
09 apr 2024

(m)otherhood in de kunst

Verslag van het symposium over het combineren van ouderschap en kunstenaarschap.

© Noémi Biró

Een verslag van het symposium '(m)otherhood in de kunst', dat plaatsvond op donderdag 15 februari 2024 in Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond. Hoe kan de kunstsector zorg dragen en het mogelijk maken om het ouderschap en het kunstenaarschap te combineren?

For the English version of this report, click here.

Introductie

Begin 2023 schreef kunstenaar en schrijver Mirthe Berentsen in Metropolis M: "We kunnen binnen de kunsten eindeloos discussiëren in panels, voorstellingen en tentoonstellingen maken, artikelen en boeken publiceren over allerlei vormen van zorg en care en het belang ervan. Maar zolang we de ultieme vorm van langdurige zorg, het ouderschap, buiten deze som houden is er geen werkelijke ontwikkeling en vooruitgang mogelijk." 

Uit deze gedachte is het symposium '(m)otherhood in de kunst' voortgekomen, een samenwerking tussen Mirthe Berentsen en Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond. Een symposium dat zich als doel heeft gesteld de urgentie van het ouderschap en andere zorgverantwoordelijkheden als thema binnen de kunsten bespreekbaar te maken en te agenderen. Voorbij symbolische gebaren en gericht op actief engagement binnen de sociale infrastructuur van het kunstenveld. In gesprek met beleidsmakers, onderzoekers, instellingen, kunstenaars en makers is tijdens het symposium gezocht naar handelingsperspectieven en antwoorden op de vraag: 'Hoe kan de kunstsector bijdragen aan het mogelijk maken van het combineren van het ouder- en kunstenaarschap?’

Het symposium, boordevol lezingen, panels, performances en workshops over kunst en zorg, werd geleid door moderator, auteur en programmamaker Teddy Tops. Samen met 200 aanwezigen werd gezocht naar manieren om een inclusievere kunstsector te realiseren. De organisatoren stelden tijdens het symposium gratis kinderopvang ter beschikking. Hiermee werd een terugkerende wens van ouders én advies aan de fondsen en instellingen meteen in de praktijk gebracht: het vrijmaken van budget voor kinderopvang. Het symposium was tweetalig, met een Nederlands ochtendprogramma en een Engels middagprogramma. Tijdens een gezamenlijke lunch konden aanwezigen verder met elkaar in gesprek en was er gelegenheid de ‘(m)otherhood in the arts’-boekenselectie van boekwinkel San Serriffe te bezoeken. Bekijk het hele programma van de dag hier.

Voor iedere geïnteresseerde die niet bij het symposium aanwezig kon zijn, en voor aanwezigen die terug willen blikken, volgt nu een gedetailleerd verslag van de dag.

Peilingen Platform Aanvang

Platform Aanvang, een open platform dat middels democratische gespreksvormen uitwisseling binnen de kunsten faciliteert, inventariseert in een gesprekssessie vanuit welke verantwoordelijkheid en positie deelnemers spreken. Deelnemers geven antwoord op de vraag: 'Welke waarden en condities heb jij nodig om je werk te doen?'.

Ook meet Platform Aanvang gedurende het symposium de temperatuur van de zaal via een interactieve tool. De resultaten van deze peilingen zijn hieronder te downloaden.

Opening

De dag wordt geopend door co-curatoren van het symposium Mirthe Berentsen (schrijver, kunstenaar en beleidsadviseur) en Lisa Wiegel (artistiek leider bij de Brakke Grond). Wiegel benoemt de behoefte binnen de kunstsector om over dit onderwerp kennis uit te wisselen. Het ouderschap binnen de sector is nog steeds weinig zichtbaar, maar wint mondjesmaat aan terrein in het discours. Het is daarom een belangrijke doelstelling van het symposium om de bestaande, maar versnipperde kennis bij elkaar te brengen en om gezamenlijke verantwoordelijkheden te formuleren. Hierin kan de uitwisseling tussen de Vlaamse en de Nederlandse kunstensector een belangrijke rol spelen. Initiatieven, oncderzoeken en steunpunten uit Vlaanderen bieden een belangrijke bron van kennis en inspiratie voor het Nederlandse veld. 

Berentsen bespreekt enkele kernpunten van het symposium. Ze benoemt onder andere het feit dat zorgtaken maatschappelijk gezien niet als werk gewaardeerd worden en dat ook de kunstsector niet is ingericht op mensen met zorgverantwoordelijkheden. Verder vertelt Berentsen dat het woord 'moeder' tijdens het symposium veel zal vallen. Ze heeft in haar onderzoek gemerkt dat er ontzettend veel waarde wordt gehecht aan het woord moeder, niet alleen omdat de moederfiguur een enorme (beladen) culturele, politieke en historische betekenis heeft, maar ook omdat het gebruik van de neutralere term 'ouders' de genderkloof in de zorg verhult en eeuwen van onbetaalde arbeid door vrouwen en uitsluiting uitwist. Anderen vinden het juist belangrijk om de neutralere term ouder te gebruiken en vinden dat het blijven zien van ouderschap als een vrouwenkwestie de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in stand houdt. Daarnaast lanceert Berentsen haar nieuwe Engelstalige podcast ‘tussen kunst & kind | between art & family’. In deze podcast spreekt ze met schrijvers, kunstenaars en activisten (waaronder Hettie Judah, Camille Henrot en Sophie Lewis) over idealen; van zorg tot ouderschap en van kunst tot feminisme. Eind 2024 verschijnt bij uitgeverij Das Mag haar boek over de politisering van het gezin en het belang van de verbeelding. Doel van dit verzamelwerk – podcast, boek en symposium – is een voorstel doen voor nieuwe mogelijkheden om zorg vast onderdeel te maken van de infrastructuur van de kunsten.

Voordracht Bregje Hofstede

Schrijver en activist Bregje Hofstede deelt een fragment uit haar laatste boek 'Oersoep', dat afgelopen jaar uitkwam. Het boek is een lyrische leeservaring die bij vlagen meer wegheeft van een trip dan een roman. Via bevallingspijn, rugby, middeleeuwse mystici, en het innerlijke leven van een wortelkiem, onderzoekt 'Oersoep' het verlangen naar zelfverlies in een onttoverde tijd. Lees hier meer. 

Onderzoek Boekmanstichting

Maxime van Haeren (onderzoeker en redacteur bij de Boekmanstichting) en Hannah Sweering (zelfstandig onderzoeker, schrijver en politiek econoom) geven namens de Boekmanstichting een teaser van de uitkomsten van het onderzoek 'Vrouwelijke beeldend kunstenaars in Nederland: arbeidsmarktpositie, carrièreverloop, representatie', uitgevoerd in opdracht van het Niemeijer Fonds. Op 28 maart 2024 is het onderzoeksrapport gepubliceerd, lees het hier.

Van Haeren vertelt dat het onderzoek een representatieve nulmeting is van de positie van vrouwelijke, autonoom werkende beeldend kunstenaars in Nederland, waarbij zowel gebruik is gemaakt van beschikbare informatie als van nieuw onderzoek. Middels kwantitatief en kwalitatief onderzoek wordt dieper ingezoomd op de arbeidsmarktpositie, het carrièreverloop en de representatie van de onderzoeksgroep. 

Van Haeren deelt een aantal kernbevindingen: 

• Vrouwen hebben gemiddeld een lager inkomen dan mannen, maar dit inkomensverschil is kleiner dan bij overige creatieve beroepen. (Let wel: het gemiddeld inkomen voor beeldend kunstenaars ligt beduidend lager dan bij andere creatieve beroepen).
• 71 procent van de alumni van opleidingen tot autonoom beeldend kunstenaar is vrouw; vergeleken met slechts een kleine meerderheid (54 procent) op de arbeidsmarkt.

De cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek geven weinig inzicht wat betreft het effect van ouderschap, dit behoeft vervolgonderzoek.

Sweering licht toe dat het in de praktijk aantoonbaar is dat, op het gebied van representatie, vrouwelijke beeldend kunstenaars een achtergestelde positie hebben ten opzichte van hun mannelijke collega's. In welke mate precies, dat moet verder onderzocht worden op de verschillende niveaus (musea, galeries, beurzen). Sweering bespreekt ook het gebrek aan beschikbare cijfers over de exacte representatie van vrouwen in musea en galeries. Dit gebrek maakt het doen van bredere uitspraken op nationaal niveau onmogelijk. Sweering benadrukte verder dat de belangrijke taak van het meten niet aan individuele organisaties – zoals Mama Cash, Metropolis M en WOMEN Inc. – mag worden overgelaten, aangezien individuele organisaties niet over de nodige middelen beschikken. In plaats daarvan zouden koepelorganisaties (zoals de Museumvereniging en de Nederlandse Galerie Associatie) deze verantwoordelijkheid op zich moeten nemen, afhankelijk van hun omvang en reikwijdte. Ook ligt er een aanzienlijke verantwoordelijkheid bij individuele instellingen om deze gendergegevens te meten. Sweering merkt op dat musea in de afgelopen jaren een grotere bereidheid hebben getoond om deze informatie te monitoren. Er is echter ook behoefte aan richtlijnen en samenwerking op nationaal niveau. De Boekmanstichting is van mening dat koepelorganisaties hierin een belangrijke rol kunnen spelen, met name bij het stroomlijnen van meetmethoden.

"Het realiseren van een zorgzame sector begint bij het structureel verzamelen en in kaart brengen van ongelijkheid."

Hannah Sweering

Niet alles is in cijfers te vatten, stelt Sweering. Zelfs wanneer vrouwen formeel dezelfde rechten hebben, zijn het meestal moeilijk te kwantificeren dynamieken die gelijkwaardigheid in de weg staan. Denk aan diepgewortelde normen, stereotypen en vooroordelen. Om juist die dynamieken in beeld te krijgen, is de Boekmanstichting in gesprek gegaan met experts uit het veld om te onderzoeken welke in- en uitsluitingsmechanismen spelen in de beeldende kunstsector. Tijdens deze gesprekken kwamen de onderwerpen 'ouderschap' en 'kunstenaarschap' veel aan bod. Terugkerende onderwerpen waren het bestaan van zwangerschapsdiscriminatie, stigmatiserende ideeën rondom 'vrouwelijk' kunstenaarschap en de norm van de witte en mannelijke kunstenaar. De focusgroepen wezen op het bestaan van hardnekkige stereotypen in de sector. Enerzijds blijft de man als kunstenaar dominant in de artistieke canon, in het museum en in het collectieve geheugen. Anderzijds worden vrouwen vaker gezien als de hoofdverzorger en worden zij vaker aangesproken op zorgtaken dan hun mannelijke collega's. Volgens Sweering onderstreept dit gegeven de impact van beeldvorming. Om te werken aan duurzame gelijkwaardigheid zullen beide stereotypen ontmaskerd en ontkracht moeten worden. Andere onderwerpen die in de focusgroepen werden genoemd, zijn de vaak ontoegankelijke residenties voor gezinnen en de onpraktische timing van netwerkevenementen, zoals openingen, die vaak plaatsvinden rond kinderbedtijd. 

Sweering benadrukt dat een zorgzame sector begint bij het structureel verzamelen en in kaart brengen van ongelijkheid. Door gendergegevens te verzamelen kan de infrastructuur van de beeldende kunstsector in kaart gebracht worden, inclusief barrières en uitsluitingsmechanismen. Daarbij is het belangrijk om op verschillende niveaus in de sector verantwoordelijken aan te wijzen.

Panelgesprek 1: Kennisdeling als drijvende kracht

Tijdens dit eerste panelgesprek met Ciska Hoet, Nixie Van Laere, Lucette ter Borg, Anne Breure en Maxime van Haeren staat het in kaart brengen van de systemische problemen voor professionals met zorgtaken in het kunstveld centraal. Het onderwerp zorg komt vaak terug aan de voorkant (in voorstellingen, tentoonstellingen, debatten en publicaties), maar blijft binnen de infrastructuur van instellingen vaak onzichtbaar. In dit gesprek delen en bespreken vertegenwoordigers van belangenorganisaties en steunpunten kennis en oplossingen rond deze problematiek. 

Ciska Hoet is cultuurjournalist en directeur van RoSa, een Brussels kenniscentrum dat werkt rond gender en feminisme. Volgens Hoet begint de slag van onderzoek en data naar structurele verandering bij een mentaliteitsshift in de samenleving – zowel op individueel niveau als op organisatieniveau. Het organiseren van een ouder-kindvriendelijke sector begint bij het bieden van flexibiliteit en solidariteit, bijvoorbeeld wat betreft verwachtingen over beschikbaarheid 's avonds. Ook benadrukt ze dat er breder gekeken moet worden naar de verdeling van zorgtaken en introduceert daarbij het concept 'chain of care'. Dit concept beschrijft hoe zorgverantwoordelijkheden worden overgedragen van het ene huishouden naar het andere, waarbij ketens gevormd worden. Volgens Hoet is die chain of care momenteel niet solidair - binnen deze ketens moet ook goed gezorgd worden voor degenen aan wie de zorgtaken worden uitbesteed, en moeten we op een verantwoordelijke manier zorg dragen voor de mensen die bijvoorbeeld in de kinderopvang, ouderenzorg en de gezondheidszorg werken.

Nixie Van Laere is beeldend kunstenaar en adviseur bij Kunstenpunt, het steunpunt van de professionele kunsten in Vlaanderen en Brussel. Daar werkt ze, in samenwerking met NICC, aan een traject rond ouderschap in de kunsten en onderzoekt ze samen met kunstenaars die ouder zijn (vooral moeders) hoe de sector betere ondersteuning kan bieden. Tijdens deze gesprekken is het Van Laere duidelijk geworden dat welzijn en zorg essentiële, maar vaak onderbelichte elementen zijn in de duurzame ontwikkeling van carrières in de kunstwereld. Het onderzoek toont dat er nauwelijks aandacht is voor de transformatie die je als ouder doormaakt, terwijl bijvoorbeeld de sterk afgebakende tijdsfragmentatie die je als ouder ervaart ook een positieve impact kan hebben op de kunstenaarspraktijk. Van Laere merkt op dat er veel behoefte is aan onderlinge uitwisseling van kennis en ervaring. Uit dit onderzoekstraject zal een publicatie met concrete tools voortkomen waar instituten direct mee aan de slag kunnen om een meer zorgzame beeldende kunstsector met duurzame loopbanen te realiseren. Bekijk deze adviestekst, tools en tips op deze pagina. De tekst is samengesteld door NICC en Kunstenpunt, op basis van de input van de werkgroep 'Leven als kunstenaar', en met als doel de kunstsector meer kind- en oudervriendelijk te maken.

"Er zijn fundamentele en structurele veranderingen nodig in de beeldende kunstsector en in het kunstonderwijs."

Lucette ter Borg

Lucette ter Borg is kunstcriticus en onderzoeksjournalist. Zij doet onder meer onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag in de kunstsector. Ter Borgs onderzoek naar de mythe van de onafhankelijke, mannelijke kunstenaar die carrière maakt, resulteerde in haar bevraging van de combinatie moederschap en kunstenaarschap. Zorg en onderlinge afhankelijkheid worden van oudsher beschouwd als gevaar voor dit idee van de geniale, mannelijke kunstenaar. Momenteel onderzoekt Ter Borg samen met kunstenaar en schrijver Richtje Reinsma de (on)zichtbaarheid van zorgstructuren in de kunstsector. Samen leiden zij het experimentele onderzoeksprogramma ‘Settling Care’ bij de Gerrit Rietveld Academie en het Sandberg Instituut, waarin ze verkennen hoe zorg succesvol kan worden gecombineerd met, of zelfs geïntegreerd in artistieke praktijken. In dit onderzoek wordt de transformatieve waarde van zorg verkend, maar Ter Borg merkt op dat veel autonoom beeldend kunstenaars dit nauwelijks herkennen; ze zijn op zichzelf aangewezen. 

Er zijn fundamentele en structurele veranderingen nodig in de beeldende kunstsector en in het kunstonderwijs. Zo benoemt Ter Borg dat kunstenaars voor het opbouwen van een tentoonstelling vaak maar twee weken de tijd hebben; onmogelijk bijna voor iemand met zorgtaken. Dit verlengen naar drie weken zou al inclusiever zijn. Ook herkent Ter Borg het gegeven dat residenties geen families faciliteren, dat de toekenning van subsidies vaak afhangt van een doorlopend cv zonder gaten en dat openingen altijd op onhandige tijden (vanaf vijf uur 's middags) plaatsvinden. Volgens Ter Borg zouden we, zonder ingewikkelde systeemveranderingen, morgen al kunnen starten met het bieden van meer flexibiliteit omtrent werkuren. Daarnaast benoemt ze de rol die kunstacademies kunnen spelen in de beeldvorming rondom kunstenaarschap. De mythe van een kunstenaar die zich volledig op diens praktijk toelegt zou tijdens de kunstacademie al weerlegd kunnen worden. In plaats van de nadruk op excellentie te leggen, zouden kunstacademies meer aandacht moeten besteden aan hoe een kunstpraktijk zich over de jaren en in verschillende fases ontwikkelt.

Anne Breure is co-voorzitter van belangenorganisatie van de culturele en creatieve sector Kunsten ’92 en creatief directeur-bestuurder van Theater Utrecht. In 2014 was Breure een van de aanjagers van de Fair Practice Code, een gedragscode voor de culturele en creatieve sector, ontstaan vanuit gezamenlijke zorgen over de arbeidsmarkt in de sector. De gedragscode is een Nederlandse richtlijn voor het ondernemen en werken in de kunsten-, cultuur- en creatieve sector gebaseerd op vijf kernwaarden: solidariteit, diversiteit, duurzaamheid, vertrouwen en transparantie. Het is bedoeld als handvat voor culturele professionals om met elkaar in gesprek te gaan, om zichtbaar te maken wat er beter kan en vervolgens verbeteringen door te voeren, zoals eerlijke werkomstandigheden en vergoedingen.

Voordracht Line Mertens

Line Mertens is schrijver en performer.  Schrijven, spelen en onderzoeken zijn in haar praktijk onlosmakelijk verbonden. Terugkerende thema’s zijn verzet tegen huiselijkheid en verbinding met het erfgoed van vrouwen. In haar voordracht deelt ze haar ervaring met het onderwerp van dit symposium. De volledige tekst is hieronder te downloaden.

Keynote lecture: Hettie Judah

Tijdens de keynote lecture spreekt de prominente Britse schrijver, curator en criticus Hettie Judah over haar jarenlange onderzoek naar kunst, zorg en ouderschap. Ze belicht drie projecten waarin ze dit onderwerp uitgebreid heeft behandeld.

1. Essay - ‘Representation of Female Artists in Britain During 2019’

Judah raakte gegrepen door het onderwerp kunstenaarsmoeders wanneer ze zich realiseerde dat niet alles, zoals bijvoorbeeld het effect van het starten van een gezin, zichtbaar wordt in data. Om die reden deed Judah in 2019 een oproep op Instagram waarin ze vroeg naar de ervaringen van moeders in de kunst. Daar kwam dit essay voor de Freelands Foundation uit voort. Tijdens de keynote lezing deelt Judah een reeks ervaringen van de meer dan 50 kunstenaars die ze voor dit onderzoek sprak. Ervaringen als: curatoren en instellingen die het contract verbreken zodra een kunstenaar zwanger raakt, taboes rondom zwangere lichamen, toezicht op vrouwenlichamen in de kunst en een gebrek aan steun tussen vrouwen onderling, onder het mom van: 'Als mij het is gelukt, waarom kan lukt het jou dan niet?'. Volgens Judah wijzen deze gedeelde ervaringen op het bestaan van niet alleen een loonkloof, maar ook een zorgkloof tussen man en vrouw. Ze raadt het publiek aan een recent onderzoek van The Economist erop na te slaan, getiteld ‘How motherhood hurts careers.’

2. Manifest - ‘How not to exclude artist parents: some guidelines for institutions and residencies’

In 2021 schreef Judah samen met een groep kunstenaars een manifest waarin gepleit wordt voor een meer flexibele kunstsector die ruimte maakt voor mensen die niet binnen de norm (niet-zorgende, witte man) passen. Judah benadrukt dat diversiteit gaat over het mogelijk maken van een gevarieerde stroom aan ervaringen; ouderschap is zo’n ervaring. Het manifest gaat dieper in op bestaand onderzoek en doet voorstellen voor meer inclusieve modellen. De tien punten voor instellingen en residenties die hieruit voort zijn gekomen lees je op artist-parents.com (ook in het Nederlands beschikbaar).

Naast de tien geboden uit het manifest, deelt Judah tijdens de keynote lecture nog een selectie andere uitsluitingsmechanismen die bestaan binnen de kunstsector. Zo benoemt Judah de vooroordelen rondom bepaalde media, zoals handwerk en textiel, en onderwerpen, zoals moederschap. Naast dit gebrek aan conceptuele ruimte voor moeders, benoemt Judah ook de fysieke afwezigheid van kolfruimtes. Ze deelt een rapport van UNICEF dat beschrijft wat een kolfruimte allemaal zou moeten bevatten, om duidelijk te maken dat dit op zowel kunstscholen als in kunstinstellingen nog ontbreekt.

3. Landelijk netwerk - Art Working Parents Alliance

Ook staat Judah aan de wieg van Art Working Parents Alliance (AWP), een landelijk Brits netwerk voor werkende ouders in de kunstsector. Het netwerk kan op vele manieren worden gebruikt: als sociaal netwerk voor mensen met jonge kinderen, als netwerk voor advies en expertise en als campagnegroep die zich inzet om van de kunstwereld een beter werkbare plek te maken voor ouders. Met dit netwerk hoopt Judah de bredere kunstwereld aan te spreken op het gebrek aan zorg, maar vooral hoopt ze kunstenaarsouders met elkaar te verbinden. "Als ouders in de kunstwereld zijn we vaak onzichtbaar voor elkaar, wat het moeilijk maakt om het gebrek aan zorg als een structureel probleem te beschouwen."

Afsluitend stelt Judah een aantal vragen. Zo vraagt ze zich af waarom dit symposium niet plaatsvindt in een groot museum, of in een commerciële galerie. Judah stelt het publiek de vraag: “Hoe breken we het gesprek uit de bubbel, en zorgen we voor de betrokkenheid van vaders uit de kunstwereld? Hoe treden we op als alliantie, en benutten we collectieve kracht zonder naar een hiërarchie te kijken?”.

Panel 2: Gedeelde verantwoordelijkheden

Dit tweede panel bestaat uit Joke de Wolf, Sachli Gholamalizad, Lara Khaldi, Jonas Ohlsson, Magnus Monfeldt en Hettie Judah, gemodereerd door Mirthe Berentsen. In dit gesprek wordt gezocht naar gedeelde verantwoordelijkheden. Hoe kunnen instellingen en de gemeenschappen waarin we leven beter aansluiten op zorgtaken, en wat is daarvoor nodig? Hoe kan de kunstwereld zorg dragen na een periode van afwezigheid (door zorgtaken, zwangerschap of ziekte)?

Sachli Gholamalizad, theatermaker, muzikant en acteur, brengt een poëtische tekst over de verhoudingen tussen verschillende generaties vrouwen en haar worsteling met intergenerationele trauma's. Migratie speelt daar een belangrijke rol in - het ontbreken van een vanzelfsprekende gemeenschap en het fysiek op afstand zijn van haar geboorteland draagt bij aan een gevoel van isolatie en vervreemding. Ze geeft woorden aan haar angst dat haar dochter geen band zal voelen met haar moederland en tegelijk door haar huidige omgeving altijd anders behandeld zal worden. Gholamalizad put kracht uit haar angsten. Ze pleit voor het omarmen van tegenstrijdigheden die gepaard gaan met het moederschap en de vrijheid om haar eigen identiteit te vormen, te midden van alle verwachtingen en beelden die op haar geprojecteerd worden.

Beeldend kunstenaarsduo Jonas Ohlsson en Magnus Monfeldt tonen een filmfragment uit hun installatie ‘Gathering Moss’. Het is onderdeel van een lang samenwerkingstraject omtrent vaderschap en het maken van kunst. In de centrale film van de installatie worden er diverse levensvragen en denkwijzen met betrekking tot het ouderschap en de definitie van mannelijkheid onder de loep genomen. Om hun eigen perspectieven te verbreden en hun project inhoudelijke kracht bij te zetten hebben zij zich laten inspireren door het werk van van vele vrouwelijke schrijvers - van bell hooks tot Maggie Nelson en Naomi Klein.

Joke de Wolf is kunsthistoricus en schrijft over beeldende kunst. In het najaar van 2024 verschijnt haar boek ‘Het Moedermodel’ bij uitgeverij Atlas Contact, over de wisselwerking tussen beeldende kunst, kunstenaars en de mal van het moederschap van 1900 tot nu. In dit boek bespreekt ze de dringende behoefte aan een nieuwe taal voor zorg en verantwoordelijkheid.

"Kinderen doorbreken starre hiërarchieën en structuren; hun aanwezigheid doorbreekt de ernst op kunstevenementen."

Lara Khaldi

Lara Khaldi deelt een voorbeeld van een goed werkend model: een WhatsAppgroep voor moeders in Amsterdam-Oost die andere moeders verwelkomt en uitnodigt om samen met kinderen tentoonstellingen te bezoeken. Ook benoemt Khaldi dat het belangrijk is om solidair te zijn en rekening te houden met intersectionaliteit, gezien er veel meer structureel discriminatie- en uitsluitingspraktijken bestaan. In 2022 maakte Khaldi deel uit van het curatorenteam van de vijfjaarlijkse kunstmanifestatie documenta, waar zorg als collectieve verantwoordelijkheid, lumbung, centraal stond. Khaldi vertelt hoe de curatoren actief op zoek gingen naar manieren om zorg ook deel te maken van hun eigen organisatie. Ze startten een kinderdagverblijf en zo werd de Kasselse kunsthal Fridericianum een gedeelde, huiselijke plek voor volwassen en kinderen, met ruimte om te spelen, koken en geluid te maken. Volgens Khaldi doorbreken kinderen starre hiërarchieën en structuren; hun aanwezigheid doorbreekt de ernst op kunstevenementen.

Hettie Judah benadrukt het belang van het prijzen van best practices, bijvoorbeeld door organisaties die het juiste voorbeeld geven aan te moedigen met stickers en badges. Daarnaast oppert Judah dat het initiatief altijd vanuit dezelfde groepen lijkt te komen; hoe stellen we andere mensen in staat initiatief te nemen? Ook onderstreept Judah, net als Khaldi, dat de discriminatie tegen moeders onmogelijk aan te pakken is zonder een intersectionele benadering.

Breakoutsessies: workshops, performances en gesprekken

Na het tweede panelgesprek vinden verschillende breakoutsessies plaats rondom de thema's die eerder op de dag aan bod waren gekomen. ​​De bedoeling van deze workshops, performances en gesprekken was de deelnemers een ruimte te geven om ervaringen te delen en om de basis te leggen voor een netwerk.

Tijdens het symposium wordt duidelijk dat de panels, lezingen en discussies die structurele uitsluiting blootleggen veel emoties losmaken bij mensen in het publiek. De plotselinge realisatie dat een slechte ervaring deel uitmaakt van een groter patroon van structurele uitsluiting en seksisme kan aangrijpend zijn, maar op een bepaalde manier ook een opluchting of bevrijding - men is niet alleen. Er blijkt behoefte aan een veilige ruimte waarin mensen ervaringen met elkaar kunnen delen, nieuwe banden kunnen smeden en misschien in contact kunnen blijven met anderen, om kracht te putten uit de gedeelde ervaringen.

Vanuit diverse rollen in het veld wordt in de breakoutsessies samen gezocht naar nieuwe werkwijzen en concrete handvatten voor een duurzaam en gelijkwaardig kunstenveld. Aanwezigen worden aangemoedigd om na te denken over een oplossingsgerichte aanpak, zodat ze zich gesterkt voelen een verandering door te voeren, in plaats van gebukt te gaan onder moeilijkheden.

• In de werksessie met Lara Khaldi en Basma al-Sharif, auteurs van het boek ‘Why Call It Labor? On Motherhood and Art Work,’ reflecteren deelnemers op de kwetsbare positie van degene die kunstenaarschap en ouderschap combineert. Door persoonlijke anekdotes over uitsluiting en ongastvrijheid te verzamelen in een schrijfworkshop, wordt gezocht naar een concreet handelingsperspectief voor een meer inclusieve sector.

• Kunstenaars Jonas Ohlsson en Magnus Monfeldt nemen deelnemers mee op een intuïtieve reis naar de verbeelding in een tekenworkshop voor vaders (moeders mogen ook), onder begeleiding van de tunes van DJ Lonely.

• In de werksessie met kunstenaar en onderzoeker Weronika Zielińska-Klein gaan deelnemers aan de hand van persoonlijke ervaringen als ouder of verzorger op zoek naar lange- en kortetermijnoplossingen voor het gebrek aan zorg in de sector, die geïmplementeerd kunnen worden in de directe werkomgeving, organisaties, netwerken en/of instellingen.

Weronika maakt tevens een inzichtelijk diagram, blijvend in ontwikkeling, van bronnen rondom initiatieven, collectieven en netwerken van moeder-kunstenaars. Bekijk deze hier.

• Speciaal voor het symposium ontwikkelde kunstenaar Richtje Reinsma haar werk ‘Huidwandeling’ van een éénpersoons- naar een meerpersoonservaring. Op wollen dekens en schapenvachtjes liggen de deelnemers een half uur met een verzwaringskussen op hun buik en een oogmasker op, onderwijl luisterend naar een verhalende excursie die terugvoert naar de baarmoeder: de plaats waar elk lichaam aanvangt en omsloten raakt met een eigen huid.

WhatsAppgroep 'Sharing is caring'

Tijdens het symposium bleek er grote behoefte te zijn aan een informele plek en ruimte om te spreken over zorg en het ouderschap, en om tips en initiatieven uit te wisselen. Daarom heeft Mirthe Berentsen de WhatsAppgroep ‘Sharing is caring’ opgericht.

Word lid door op deze link te klikken!