Lies Mensink ging in gesprek met Ão, BLUAI, Bobbi Lu en Niels Orens.
"Winnen was de bevestiging: dit zou wel eens iets kunnen worden"
Voor Niels Orens, BLUAI, Ão en Bobbi Lu vormde Sound Track de kickstart van een veelbelovende muzikale carrière. In dit Belgische muziekconcours speelt aanstormend muzikaal talent in clubs en jeugdhuizen en ontvangen winnaars een eenjarig parcours op maat. Vier van de 18 laureaten reizen daarom af voor een bijzondere residentie in Brakke Grond en Cinetol. Van 15 t/m 18 februari vinden daar workshops, uitwisselingen en ontmoetingen met professionals uit het Nederlandse muziekveld plaats. Én er wordt hard gerepeteerd voor een knallend afsluitend optreden op 18 februari in Cinetol.
Wij spraken de vier laureaten van Sound Track over hun muzikale reis, de aankomende residentie en wat we kunnen verwachten van hun show in Cinetol.
Door Lies Mensink
Ão
Zo makkelijk als Ão in het gehoor ligt, zo moeilijk lijkt het om de bandnaam uit te spreken. “‘Ooj’ was wel de gekste manier”, vertelt zangeres Brenda Corijn, “‘eejjoo’ denk ik de coolste en een keer hoorde ik ook iemand OA zeggen; precies het omgekeerde.” Het is eerder ‘auw', en klinkt als iets dat zo mooi is dat het een beetje pijn doet. Een klank van verwondering die het stemgeluid van de frontvrouw je gemakkelijk ontlokt.
De zoetgevooisde zanglijnen van Brenda Corijn meanderen in het Portugees en Engels langs het klassiek zuidelijke gitaargetokkel van Siebe Chau. Wat begon als een duoproject tussen Chau en Corijn is inmiddels uitgegroeid tot een vierkoppige band. Met de ambient klanken van Jolan Decaestecker en Bert Peyffers op percussie wordt het geluid van Ão dieper, elektronischer en dansbaarder.
Wat heeft het winnen van Sound Track jullie gebracht?
“We speelden nog niet zo lang met z’n vieren toen we Sound Track wonnen," vertelt Siebe, “dat was wel de eerste bevestiging dat het ‘iets’ zou kunnen worden.” Dat ‘iets’ is een understatement: inmiddels tekende de band een contract bij Mayway records en is de eerste single een hit.
Bert zegt enthousiast: “Ik heb ons gister weer op de radio gehoord! Deze week al twee keer - dat is nog nooit gebeurd! Ik had de radio heel zacht staan. We hadden heel veel gerepeteerd, ik was aan het zingen en ineens denk ik: “Huh, zingt mijn radio nou mee?!”
Jolan: “Dus je zingt je eigen muziek mee, Bert… Nou dat is tof!”
Bert: “Nee, maar het was echt onbewust! … Ja, nu gelooft niemand mij meer.”
Jullie gaan straks in residentie in de Brakke Grond; waar kijken jullie naar uit?
Brenda: “Naar alles wat ons daar te wachten staat: de ontmoetingen met professionals uit de Nederlandse muziekscene, zoals bijvoorbeeld met Spotify, maar ook naar heel veel repeteren: We hebben veel nieuw fysiek materiaal, nieuwe synths, nieuwe percussie, dus we hebben zin om onze performance goed te oefenen en te finetunen.”
Jolan: En we kijken uit naar het optreden in Cinetol. Dat wordt de eerste keer dat we een heleboel nieuwe muziek gaan spelen en testen voor mensen. Dus dat is heel leuk!
Brenda slaakt een kreet die een beetje klinkt als de bandnaam: “Het is wel iets heel kwetsbaars wat we mogen delen! Ik vind het een beetje eng en spannend, maar ook heel leuk”
Wat staat er verder op de agenda?
Jolan: “De show in Amsterdam is voor ons de eerste van een reeks shows om de eerste singles te promoten en te zien hoe de zomer er uit zou kunnen zien. We releasen nog een paar singles, zijn druk bezig met het mixen, artwork, muziekvideo’s en in het najaar komt onze nieuwe plaat uit.”
Bobbi Lu
Een paar jaar terug had de Britse Lucy Ryan zich niet kunnen voorstellen dat ze voor de uitverkochte Brusselse AB haar muziek zou spelen. “Ik had ongelooflijke plankenkoorts: ik kreeg al zweethanden als ik langs een piano in het station liep.” Met haar deelname aan Sound Track besloot ze die angst te overwinnen. En hoe: ze won het concours, speelde support shows voor the Haunted Youth en Sylvie Kreusch en werkt inmiddels aan een debuutplaat.
“Bobbi Lu is de bijnaam die mijn broer me gaf. Er zit een element van donkerte in: naast piano en vervormde autotune is er een diepe bas die een duister geluid geeft. Misschien is Bobbi Lu de meer duistere kant van mijn persoonlijkheid, de zelf-reflectieve, kritische kant; de losgeslagen zijde die in ons allen zit. In mijn muziek probeer ik daar een plek aan te geven.”
Wat heeft het deelnemen aan Sound Track je gebracht?
“Toen ik mijn muziek instuurde voor Sound Track, had ik door mijn plankenkoorts nog nooit opgetreden. Dus toen ik hoorde dat ik was geselecteerd, heb ik snel een paar try-out shows gepland. En het was ongelooflijk: eenmaal op dat podium was al mijn angst weg. Na afloop dacht ik: ‘Waar ging al die angst heen?’ Misschien was het de aandachtige energie van de mensen in de zaal die dat deed oplossen.”
Waar kijk je naar uit in de residentie in de Brakke Grond?
“De geplande gesprekken met muziekprofessionals en ontmoetingen. En ik ga de tijd gebruiken om mijn show in Cinetol voor te bereiden. Ik ben mijn backing tracks opnieuw aan het opnemen en voor het geval er technisch iets mis gaat, moet ik alle veiligheidsnetten klaar hebben staan. Dat is een saai karweitje, maar het moet gebeuren.”
Wat staat er op de planning voor het verdere jaar?
“Er is een release gepland, ik werk aan een album. Dit hele jaar ga ik verschillende singles uitbrengen. Ik kijk ernaar uit iets tastbaars te hebben. Nu vragen mensen me na shows waar ze mijn muziek kunnen beluisteren en moet ik ze steeds teleurstellen.” Lucy lacht: “‘Sorry je moet alle nummers onthouden die je net hebt gehoord, want ze staan nog nergens.’”
Toen singer-songwriter Catherine Smet een band wilde beginnen, benaderde ze bassist Cailtlin Talbut via instagram en drummer Mo Govaerts op Facebook. Later leerde ze ook via-via gitarist Amina Parago kennen. Catherine: “We waren nog totaal niet bevriend, maar in de eerste repetitie voelden we de magie in de lucht hangen, wij kunnen dit: samen muziek spelen en songs maken.” BLUAI was geboren.
Dan gaat het snel: de band wint drie Belgische muziekwedstrijden (waaronder Sound Track) en scoren met Dime Store een radiohit. Hun aanstekelijke dromerige indie pop, nineties gitaren en podium presence worden in België geroemd. Inmiddels staan ook de eerste shows op Nederlandse bodem gepland.
Waar zijn jullie op dit moment mee bezig?
“We werken volop aan nieuwe muziek voor onze debuutplaat. Waar onze EP Junkyard nog veel meer dat singer- songwriter-achtige van mij bezat, evolueren we nu nog meer naar muziek maken als band. Ook zijn we de eerste stappen aan het zetten om in Nederland te spelen. In het voorjaar hebben we vooral daar shows staan - de show in Cinetol is daar de eerste van.”
Hoe ga je je residentietijd in de Brakke Grond gebruiken?
“Wij hebben de tijd nodig om samen te schrijven aan de nieuwe plaat. Onze debuut-EP was een coming of age hoofdstuk, maar inmiddels ben ik zelf een beetje volwassener geworden. Dat komt denk ik ook tot uiting in de muziek: ik ben iets brutaler geworden. Het wordt geen hard rock album, maar het heeft wel een scherper randje.”
Wat kan het publiek verwachten van jullie show?
“Een BLUAI show is veelzijdig: wij raken met onze songs meerdere genres, van hard naar zacht en alles ertussenin. Het dromerige zachte van onze EP Junkyard is niet wat je live moet verwachten. We steken er meer tempo in en meer power. We hebben wel eens het commentaar gekregen: Jullie geven gewoon een rockshow!’”
“Toen we aan Sound Track begonnen, hadden we totaal geen podiumervaring. Afgelopen jaar hebben we veel gespeeld en kilometers gemaakt. Ik kijk ernaar uit dat we er nu echt kunnen gaan staan als band!”
Hij wordt omschreven als een natuurtalent, maar producer Niels Orens denkt dat hij vooral een talent heeft om hard te werken. “Ik ben continu met muziek bezig: als ik het niet maak, dan denk ik er wel over na. Ik speel in mijn hoofd met concepten, ben aan het brainstormen - het is altijd muziek”
Als tiener ontdekte Niels Orens de clubscene en was techno-DJ. In zijn muziek zoekt hij nog steeds binnen het elektronische naar variatie en muzikaliteit. Hij combineert drumcomputers met de akoestische klanken van zijn cello, vermengt ritmische patronen met spatial-sound design en diepe bass.
Je deed mee aan Sound Track, hoe heb je dat ervaren?
“Dat was december 2021 en ik zat net een halfjaar in London, waar ik samenwerkte met producer Max Cooper. Ik had me ingeschreven zonder verwachtingen. Wat ik maak, is instrumentaal en zit in een specifieke hoek. Dus ik wist niet of zo’n muziekwedstrijd wel iets voor mij was.” Niels lacht: “Dat bleek later anders: ik kwam uit Londen voor de finale en heb die gewonnen.”
Je bent altijd bezig met muziek zeg je, wat speelt er nu in je hoofd?
“Ik ben aan het schrijven aan een album. Het zijn nu voornamelijk nog losse flarden, ik ben aan het kijken waar ik heen wil gaan. De muziek is net als bij mijn debuut opnieuw gefocust rond drums, maar meer gebaseerd op harmonie. Mijn vorige stukken zijn all-over the place en hebben weinig harmonieuze aspecten.
Mijn plan is om nu zoveel mogelijk muziek te maken. In januari had ik een hele maand geen shows en kon ik mijn studio laten staan. Als ik een maand de tijd heb om muziek te maken, ga ik dat ook elke dag gedisciplineerd doen. Dat is voor mij de enige manier om in een soort flow te geraken. Geef me twee maanden en ik lever een goed product af, maar geef me 60 versnipperde dagen over een jaar en ik denk dat ik daarvan slechts een kwart voor elkaar krijg.”
Wat kunnen we verwachten van je live show in Cinetol?
“Het wordt een audiovisuele live-show: alle muziek wordt met visuals gecombineerd. Elektronische muziek is zo breed interpreteerbaar: je kunt aan de hand van akkoorden wel een gevoel neerleggen, het is happy of sad, maar dat blijft oppervlakkig. Visuals geven mij een extra medium om het gevoel waarmee ik de muziek maakte over te brengen. Het is een soort vervanging voor tekst.
Visuals tillen de liveshow ook naar een hoger niveau. Ik heb voornamelijk modulaire synthesizers met veel kabels en knoppen. Dat blijft heel abstract om naar te kijken. Zelfs als je een idee hebt wat elk knopje doet, ben ik negen van de tien keer aan knoppen aan het draaien voor wat er nog komen gaat en niet voor wat er op dat moment speelt. Niels lacht: Die visuals geven een extra element voor wanneer het publiek het beu is naar knoppen en kabels te kijken.”
Waar kijk je naar uit voor het verdere jaar?
“Ik speel twee keer in de AB in Brussel, waaronder op Braindance. Dat vind ik mega nice! En ik ben vooral benieuwd naar wat de festivalzomer verder teweeg gaat brengen. Er staan vrij veel shows gepland en ze worden groter en groter.”