“Het is werk dat je echt kan raken zoals je wil dat kunst je raakt. Je kan bijvoorbeeld door muziek getroffen worden zonder goed te weten waarom. Het kan je emotioneren op een manier die het begrip te boven gaat.”
Op 8 en 9 december strijkt Benjamin Verdoncks de tijger eet de zebra en de vogel vliegt verschrikt weg neer in de Brakke Grond. Denk aan een choreografie van levensgrote vormen die spelen met licht en muziek in een donkere zaal. De klassieke acteur is verdwenen en de dingen nemen zijn plaats in. Een goede reden om een gesprek aan te gaan over de tijger en de toekomstplannen van deze kunstenaar.
Door Yasmin Van 'tveld
---
Dag Benjamin, fijn je te ontmoeten. Ik heb gehoord dat je carrière binnenkort een nieuwe wending krijgt. Waar ben je nu mee bezig?
"Momenteel doe ik onderzoek voor mezelf. Ik verzamel al een hele tijd dingen die andere mensen afval zouden noemen. Het zijn restanten van consumptieproducten die geen waarde meer hebben en in de goot belanden, maar die mij aanspreken om op te rapen en vervolgens een plek krijgen in mijn atelier waar ik er dan zorg voor draag. Daarbij interesseert de frictie tussen waardeloosheid en herwaardering mij. Er kleven verhalen aan de voorwerpen die ik vind, wat voor mij belangrijker is dan het materiaal op zich. Het heractiveren van wegwerp-objecten is al langer een lijn in mijn werk, maar kwam pas echt naar boven in de voorstelling Aren uit 2019; daar heb ik mijn collecties in verschillende hoedanigheden getoond. In een volgende stap onderzoek ik nu de vraag: wat is mijn relatie tot die dingen? Hoe kan ik daarin als verhalenverteller functioneren?"
Heb je daarbij al concrete nieuwe plannen voor de toekomst?
"Ik heb net toegezegd op een groot stadsontwikkelingsproject in Beverwijk. Zoiets volgt een heel andere ontwikkelingslogica dan het produceren van een voorstelling, wat ik interessant vind. Momenteel ben ik vlakbij waar ik woon ook lokaal aan het werk met een psychosociaal centrum en een asielcentrum. In beide projecten betekent mijn werk een tool om ontmoetingen te bewerkstelligen. Daarnaast wil ik graag tegen mei 2024 een nieuwe voorstelling klaar hebben waarbij ik zelf terug op het podium sta. In de zes jaar waarin ik al met Lucas van Haesbroeck samenwerk, hebben we een aantal voorstellingen gemaakt die een soort contemplatieve plekken zijn waarin geen keuzes moeten worden gemaakt – ruimtes die zich onttrekken aan een zekere dialectiek. In die ruimtes die een plaats bieden aan ‘het ding’ heb ik mijzelf als actor naar de zijlijn bewogen."
Wat bedoel je precies als je het hebt over ‘het ding’?
"Het handelen van de mens bevindt zich altijd tegen een achtergrond van wat ons omgeeft. Maar net deze achtergrond neemt stilaan de bovenhand. Neem nu onze klimatologische omstandigheden, een factor die ons voortbestaan bedreigt. Antropoloog en klimaatactivist Bruno Latour, bijvoorbeeld, spreekt over de coulissen die op het voortoneel kruipen en de hoofdrol van de acteur betwisten. Ik vind dat een mooi beeld om de veranderende positie van de mens te beschrijven. In het verlengde van dit idee heb ik mijzelf als actor meer en meer naar de zijlijn begeven ten behoeve van de dingen waarmee ik een voorstelling maak. Tien jaar geleden bewoog ik zelf mee op het podium, nadien waren enkel nog mijn handen aanwezig als manipulator in donkere ruimtes, en intussen – met de tijger eet de zebra en de vogel vliegt verschrikt weg – sta ik zelfs niet meer op scène, maar in de zaal om aanwijzingen te geven aan de technici die de dingen laten dansen. Maar nu heb ik dus heel veel zin om toch terug het podium te bestijgen."
Je gaat ook weg bij het Toneelhuis. Vanwaar deze switch?
"Intern is er een wissel van de wacht met een nieuwe artistieke ploeg en een andere focus. Los daarvan heb ik dit huis meer dan tien jaar bewoond en ik vind dat je een plek als deze niet te lang voor jezelf kan opeisen. Het is een ruimte die meerdere mensen en makers toekomt. Ook had ik het verlangen om nog een aantal andere wegen in te slaan."
Hoe kwam 'de tijger eet de zebra en de vogel vliegt verschrikt weg' tot stand?
"In mijn werk ben ik de afgelopen jaren alsmaar kleiner geworden ten dienste van het ding. Enerzijds als gevolg van een ecologische mutatie die antwoordt op vragen als ‘Wat is wendbaarheid?’ en ‘Hoe kan ik snel op verandering inspelen?’, maar anderzijds als antwoord op de catastrofe. Als er één ding is dat mij zinvol lijkt om een weerstand te bieden, dan is het kleiner worden. We zijn binnen ons wereldbeeld aan het afstappen van het antropocentrisme – het idee dat de mens de navel is van alle dingen. Er is nu meer aandacht voor filosofieën zoals new materialism. Ik ben mij gaan afvragen hoe het zou zijn om de dingen het podium te bieden. Dit blijft natuurlijk een metafoor, ik ben alsnog degene die de objecten op het podium zet – maar ik wou de dingen vrije ruimte geven om zelf op het podium te spelen. We zijn voor de tijger vertrokken vanuit een maquette met basisvormen. Die basisvormen hebben we uitvergroot tot ze groter werden dan mensen. Larger than life. Om zelf kleiner te kunnen zijn, moesten de dingen een formaat hebben waarin ik ze zelf nog maar moeilijk kon overmeesteren. Een volgende stap was het bedenken van constructies waarin de dingen vrijelijk hun gang konden gaan. Het visueel vertrekpunt voor de voorstelling was trouwens een planetarium. In het kijken naar de sterren zijn we ons vaak bewust van onze eigen nietigheid."
Kan je mij iets vertellen over de titel?
"Het is een soort taoïstische samenvatting van een citaat van schrijver John Berger, waarin hij zegt dat de eerste mensen die denkbeeldige lijnen tussen sterren trokken en zo sterrenbeelden ontwierpen, wellicht de eerste verhalenvertellers waren. Berger stelt dat er iets is als temporele gelijktijdigheid. Wanneer je bijvoorbeeld iemand kust terwijl de maan een zekere positie heeft, dan heet dat een temporele gelijktijdigheid. In een andere temporaliteit hebben beide elementen niets met elkaar te maken. Hongersnood blijft onverschillig onder de Grote Beer. Dit idee illustreert de banaliteit van onze aanwezigheid. En dat is precies wat de titel voor mij doet. Er gebeurt iets, namelijk een tijger eet een zebra – wat al niet kan, want tijgers en zebra’s leven niet op hetzelfde continent – en de vogel op de tak blijft er onverschillig onder. Die vliegt gewoon weg. (lacht) Dat vond ik iets om over na te denken."
Ik las ook de tekst over de tijger van Edith Cassiers waarin deze voorstelling politiek genoemd wordt. Hoe sta je daar tegenover?
"Je moet de voorstelling natuurlijk niet per se vanuit een politiek perspectief bekijken, maar die tekst beschrijft mijn visie heel goed. De vrijheid en het dansen van de dingen en Latour zijn mijn beweegreden geweest – in die zin zit er zeker een politieke motivatie achter de tijger. Of om preciezer te zijn: ik maak niet per se politiek werk, maar mijn werk is wel gepolitiseerd. Auteur Jonathan Safran Foer illustreert heel goed wat ik bedoel: de belangrijkste dag om vegetariër te zijn, is op Kerstdag. Dat is het moment waarop je onvermijdelijk de knuppel in het hoenderhok gooit en echt een gesprek aangaat, waardoor je keuze politiserend werkt en anderen potentieel gaan nadenken over hun eigen keuzes.'
Waarom moeten mensen echt komen kijken naar 'de tijger eet de zebra en de vogel vliegt verschrikt weg'?
Omdat het een bijzondere voorstelling is. Het is iets dat ik zelf nog niet veel gezien heb en het beantwoordt niet aan een klassieke zaalvoorstelling. Er zijn geen acteurs of tekst, maar ook geen klassieke bewegende decorstukken. de tijger gebruikt een andersoortige taal. Daarnaast is deze voorstelling een synthese van al het werk dat ik samen met Lucas gemaakt heb, in de goede zin van het woord: er komen inhoudelijk en vormelijk heel wat dingen samen. Ik vind het ook speciaal om werk op zo’n grote schaal te zien naast de kleine dingen die ik eerder gemaakt heb. Het is iets anders. Niet perse beter, want mijn kleine dozen vind ik ook fantastisch, maar ‘groot’ blijft toch wel imponerend. En als laatste reden: omdat het voorlopig een van de laatste keren is dat we deze voorstelling spelen.
Dat is een hele goede reden! (lacht)
"Het is trouwens ook werk dat je echt kan raken zoals je wil dat kunst je raakt. Je kan bijvoorbeeld door muziek getroffen worden zonder goed te weten waarom. Taal heeft altijd een zekere inhoud, maar vorm of klank raakt iets dat minder refereert aan betekenis en dat vind ik fantastisch. Dat is ook wat dit stuk doet. Het kan je emotioneren op een manier die het begrip te boven gaat."