Coproductie 
24 okt 2022

In gesprek met

Sien Vanmaele

© Olympe Tits

Het is een drukke week voor theatermaakster en culinair klimaatbedwinger Sien Vanmaele. Voorafgaand aan haar interactieve en zintuigelijke voorstelling ZEEMAAL (een productie van Laika), die deze week in het kader van Warming Up Festival in de Tolhuistuin staat, moet er nog van alles gebeuren.

Door Joelie Stork

---

“Ik was net nog notenwijn aan het inschenken, ik moet nog boter halen voor de voorstelling, ik ben een kruidenmengeling aan het maken en zondag moet ik nog kefir opzetten want het duurt een paar dagen voordat dat fermentatieproces rond is. En ohja, we zitten ook nog midden in een verbouwing, maar die hebben we tijdens de tour maar even stilgelegd.”

Als we haar via het scherm spreken, krijgen we even een inkijkje in haar bedrijvige leven dat zich vanwege de recente verbouwingsperikelen noodgedwongen tijdelijk afspeelt in één ruimte. Gelukkig is de keuken wel begaanbaar, waar as we speak een brood wordt gebakken.

Je voorstellingen komen meestal voort uit persoonlijke ervaringen. Deze voorstelling lijkt een nogal groot en maatschappelijk probleem aan te kaarten. Welke persoonlijke ervaring ligt ten grondslag aan ZEEMAAL?

“Vooral mijn bezorgdheid over het klimaat, mijn zorgen over de toekomst met al die slechte voorspellingen. Hoe ga je als individu om met zo’n groot abstract maatschappelijk probleem? Kun je daar iets aan doen? Ga je in de ontkenningsfase? Of kies je de optimistische kant? Wat doe je met zo’n groot probleem waar je eigenlijk voor je gevoel weinig vat op hebt?”

“De manier waarop we voedsel produceren en consumeren heeft een grote invloed op de klimaatverandering. En omdat ik heel erg bezig ben met eten en koken, zat daar wel direct de link. Mede doordat ik de ziekte van Crohn heb gekregen, wat in feite een Westerse welvaartziekte is, ben ik toch gaan nadenken over wat ik in mijn lijf stop. En dan zie je ineens hoe fucked up ons voedselsysteem is. Dat niet draait om kwaliteit maar om kwantiteit.”

Begon het met je affiniteit met koken of zorg om de toekomst?

“Ja, wat was er eerst: de kip of het ei. Het zijn factoren die samenkomen. Beide dingen spelen al wat langer en dan ineens beslis je: hier moet ik echt iets over maken en hier ga ik onderzoek naar doen. En het hielp dat ik hier tijdens corona veel tijd voor had.”

© Olympe Tits
© Olympe Tits

Eerder gaf je ‘kookworkshops ter voorbereiding op het einde van de wereld’, ZEEMAAL wordt omschreven als ‘een avond vol hoop, een verbindend diner’. Bespeuren we hier een kentering van wanhoop naar hoop?

“In het begin zag ik het veel apocalyptischer en toen ben ik ook meer onderzoek gaan doen. Maar vaak denk ik dat dat toegenomen optimisme en die hoop ook een copingmechanisme is. Want als je echt het gevoel hebt dat het te laat is en dat er niks meer kan gebeuren, wat moet je dan doen? Het is best lastig om te leven met die gedachte. Ik denk dat daarom ook veel wetenschappers in een klimaatdepressie zitten.”

“Als je je focust op voorspellingen van klimaatwetenschappers dan is het te laat, of bíjna te laat. De vraag is waar wil je mee leven of waar wil je je of focussen. Dus ‘ja er is hoop gekomen’; mijn klimaatangst is verworden tot klimaatbezorgdheid. Maar nu ik dan weer even tot stilstand kom, nu een groot deel van de tournee achter de rug is, dan begin ik weer wat pessimistisch te worden. Dus ik denk dat het weer nodig is om wat onderzoek te doen voor LANDMAAL naar nieuwe manieren van landbouw en voedsel kweken op het land.”

Dus theatermaken als copingmechanisme?

“Ja, dan wordt het concreter. Mijn angsten worden zo gegoten in recepten, gevangen in één verhaal met een vaste tekst, met een dramaturgie. Mensen houden van orde in tijden van crisis en ik heb dat ook heel hard. Dan heb je het idee dat je het probleem kunt bevatten, door het samen te vatten in een voorstelling. Dan heb je het gevoel dat je er meer grip op krijgt.”

© Olympe Tits
© Olympe Tits

Welk onderzoek ging er vooraf aan ZEEMAAL?

“Ik ben onder andere aan de kust in Schotland geweest. Daar ben ik drie weken bij Miek Zwamborn geweest. Ik noem haar een zeewierfluisteraar. Zij heeft zich helemaal verdiept in de wieren en ze is één van de schrijvers van het zeewiermanifest. Zij probeert op te komen voor de rechten van het zeewier en ervoor te zorgen dat we met de wierteelt niet weer dezelfde fouten maken als met visserij of de massaproductie op het land.”

“Ik zat daar in een klein huisje en ging daar elke dag naar het strand en de zee om de wieren te bekijken. Het is daar echt heel ruig, daar groeien veel wieren die hier niet groeien. Het was echt heel fijn om daar connectie te zoeken met de zee.”

“Verder heb ik ook gesproken met een professor in de schelpdierkunde, wierenplukkers, marinebiologen en natuurgidsen. En ik heb gewoon ook onderzoek gedaan door zelf met wieren te koken en chefs te spreken die met wieren werken.”

Wat is jouw klimaatzonde?

“Ik ben wel echt een horder van ingrediënten. Ik heb graag van alles in huis, allerlei soorten kruiden, allerlei olietjes. Wat sommige mensen hebben met kleren van ‘misschien komt het nog een keer van pas’, dat heb ik met ingrediënten. Ik heb dan ook het empty the pantry-project gedaan, in het kader van ‘ontspullen’. Dat betekent dat ik een maand geen boodschappen heb gedaan en uit mijn voorraadkast heb geleefd. Dat was best pittig.”

© Olympe Tits
© Olympe Tits

Zou je jezelf een wereldverbeteraar noemen?

“Ik zou wel een wereldverbeteraar willen zijn. Ik probeer mensen op een andere manier naar voedsel te laten kijken en als ik dat doe heb ik wel de hoop dat er iets veranderd kan worden. In mijn eentje ga ik het misschien niet veranderen, maar ik zit wel in een beweging van mensen die het anders willen.”

“Als je ziet dat er een heel 'Warming Up Festival' is, zie je hoeveel kunstenaars ermee bezig zijn. Er is echt een community, ook al zie je dat niet altijd. En als je dan bedenkt dat je maar 10% van de bevolking nodig hebt om iets te veranderen, om druk uit te oefenen of een ander bewustzijn te creëren.”

Kun je al een tipje van de sluier oplichten over het volgende deel: LANDMAAL?

LANDMAAL wordt echt een low impact voorstelling. Ik vind het zelf heel moeilijk om klimaatvriendelijk theater te maken. Ik heb me bij ZEEMAAL vooral achter de schermen gefocust op het voedsel in de keuken, dat daar de impact zo laag mogelijk is. Maar bij LANDMAAL wil ik daar nog een stap verder in gaan. Ik wil dat mijn decor en transport nog meer low impact is. Kijken of ik mijn voetafdruk op het land nóg kleiner kan maken. Verder zal het echt gaan over de stadsmens en zijn connectie met de natuur.”