31 mrt 2025

In gesprek met | Tine Van Aerschot & Geeske Hovingh

Door Doris Zijlema

Directeur van de Maya Angelou Opvang, Geeske Hovingh & kunstenaar Tine Van Aerschot

In het kader van Shakespeare is Dead 2025 ging auteur en kunstenaar Tine Van Aerschot zeven weken lang pamfletten maken met bewoners van de Maya Angelou Opvang. Doris Zijlema ging met Van Aerschot en de directeur van de Maya Angelou Opvang, Geeske Hovingh, in gesprek over dit bijzondere project.

Met uitzicht op een zonnig Javaplantsoen zit een vrouw ontspannen op de bank, op de achtergrond klinkt zachtjes de soap die ze kijkt. We zijn in de Maya Angelou Opvang, een veilige haven voor ongedocumenteerde vrouwen. Aan tafel zitten kunstenaar Tine Van Aerschot en directeur van de opvang, Geeske Hovingh. Tine begeleidt hier workshops, waarbij de bewoners ‘artistieke pamfletten’ maken. Een deel van de gemaakte pamfletten wordt gedeeld tijdens festival Shakespeare is Dead: hét festival voor podiumschrijvers en nieuwe verhalen.

Het artistieke pamflet – kan je me met dit concept introduceren, Tine?

Tine: “Voor mij is een pamflet een manier om mensen die moeite hebben gehoord te worden een platform te bieden waar ze hun stem kunnen laten klinken. De inhoud van het pamflet ligt volledig bij de mensen zelf – daar wil ik geen invloed op uitoefenen. Het zijn hun woorden, hun gedachten, hun gevoelens en hun ideeën. Soms gaat het over boosheid, soms over liefde, onmacht, allerlei andere onderwerpen die, naar mijn mening, gehoord moeten worden.”

Het kan veel kanten op, een pamflet.

Tine:
“Het pamflet is van oorsprong een gepassioneerde, korte tekst, in politieke zin bijvoorbeeld vaak gebruikt om een algemeen statement te maken, of om iemand te overtuigen. Een artistiek pamflet daarentegen draait puur om wat een individu op persoonlijk niveau wil vertellen – en dat is een wezenlijk verschil. Het hangt volledig af van de makers hoe zo’n pamflet eruit kan zien. Het kan variëren van ultrakorte teksten van vijf à zes woorden tot kleine boekjes, folders, affiches, voordrachten, happenings of films. Kortom, het kan van alles zijn.”

 

Voor mij is een pamflet een manier om mensen die moeite hebben gehoord te worden een platform te bieden waar ze hun stem kunnen laten klinken.

Tine Van Aerschot

Je geeft vaker dit soort workshops, op verschillende plekken, en nu dus hier. Geeske, vertel, waar zijn we?

Geeske:
“Je bevindt je nu in de Maya Angelou Opvang, een opvanghuis voor ongedocumenteerde vrouwen, waar zij 24 uur per dag terechtkunnen. Ik noem het een herberg – een plek van rust voor vrouwen die zonder papieren moeten leven. We bieden hier onderdak aan 24 vrouwen, en alle plekken zijn bezet. De meeste bewoners komen uit Afrikaanse landen zoals Eritrea, Nigeria, Ghana, Somalië en Oeganda, maar ook uit Suriname.

Ik ben ontzettend blij dat Tine zich bij ons heeft gevoegd. Wat we hier nodig hebben, zijn meer activiteiten. Je kunt de vrouwen een bed, een keuken en een dak boven hun hoofd bieden, maar als ze vervolgens de hele dag op hun kamer zitten, kan de rust ook juist oude pijn en trauma’s naar boven brengen. Tine geeft de vrouwen nu een instrument om hun verhaal te vertellen.

Ik heb een keer een sessie bijgewoond, en ik was onder de indruk van de manier waarop Tine een veilige en prettige sfeer wist te creëren. Vrouwen vertellen hun verhaal niet zomaar aan iedereen, maar door de speelse methode die ze in de workshops gebruikt ontstond dit vanzelf. Ik zag iets gebeuren bij de vrouwen: een nieuw niveau van denken. Als je in de overlevingsmodus staat, draait alles om eerste levensbehoeften. Echt reflecteren op je situatie, de ruimte voelen om je verhaal te vertellen – dat raakt vaak op de achtergrond. Maar nu ontstond die ruimte wél.”

Hoe zijn jullie samengekomen?

Tine:
“Ik bied dit project aan kunstencentra aan, omdat veel van hen op zoek zijn naar manieren om beter te integreren binnen hun omgeving. Als ze dit een interessant project vinden, gaan ze zelf op zoek naar een manier waarop zij als centrum meer kunnen betekenen in de omliggende gemeenschap, en wie de doelgroepen zijn waarmee ze dat kunnen onderzoeken. De Brakke Grond nam contact op met deze opvang, en daar ben ik ze heel dankbaar voor.”

Geeske: “Dit is een groep die onzichtbaar is. Niemand weet precies hoeveel ongedocumenteerden er in Amsterdam wonen. De schattingen variëren tussen de 15.000 en 30.000, maar het kunnen er ook veel meer zijn. Het is een groep die door het systeem gedwongen wordt onzichtbaar te blijven. Wat is er dan mooier dan het concept van een pamflet, een middel waarmee zij toch de kans krijgen om hun stem te laten horen?”

Tine: “Dat is precies de kern van dit project. Onderweg leren mensen niet alleen dat ze een stem hébben, maar ook dat die waardevol en mooi is. Ze leren zichzelf toe te staan om ontroerend te zijn. En als ze dat eenmaal durven, kunnen ze het binnen hun eigen kring delen.

Ik denk bijvoorbeeld aan iemand die in een palliatieve zorginstelling zat, waar ik ook deze workshop gaf. Zij vertelde me dat ze het moeilijk vond haar gevoelens met haar familie te delen, uit angst hen te kwetsen. Maar via een gedicht wist ze woorden te vinden voor haar pijn. Door het op deze manier te delen, kwam haar boodschap zachter en beter binnen. Het ging niet om een directe confrontatie, maar om het uiten van haar gevoelens op een manier die bij haar paste. Dat is wat dit project zo bijzonder maakt. Het creëert ruimte voor nuance – in welke vorm dan ook.”

Tijdens dit project leren mensen niet alleen dat ze een stem hébben, maar ook dat die waardevol en mooi is.

Tine Van Aerschot

Hoe creëer je zo’n veilige omgeving, waarin men deze stap ook echt durft te zetten?

Tine:
“Het is heel belangrijk dat ze weten dat er niets móét. Ze hebben volledige vrijheid – ze kunnen op elk moment stoppen, of besluiten: ‘ik wil dit wel delen, maar alleen met mezelf’. Sommigen hangen hun pamflet als een poster in hun eigen kamer. Alles is mogelijk. Een artistiek pamflet hoeft geen groot publiek statement te zijn.”

Geeske: “Maar jouw persoonlijkheid speelt ook een grote rol, Tine. Veel van deze vrouwen hebben alleen contact met huisartsen, medewerkers van de IND, advocaten – mensen die iets van ze nodig hebben, die informatie proberen te achterhalen. Ze communiceren vooral op die manier. Maar jij stelt échte vragen. Jij zet mensen op een andere manier in het licht. Ik zag het gebeuren: ineens ontstond er ruimte, vrouwen begonnen te denken: ‘verrek, ik héb inderdaad een verhaal te vertellen’.”

Wat betekent het voor jou, Tine, om met deze groep vrouwen te werken?

Tine: “Het laat me beseffen hoeveel ik eigenlijk niet weet. Het confronteert me ook met mijn onmacht – met de hardheid van een wereld waarin je maar zo weinig kunt veranderen. En toch… Om dan iemand te mogen zijn die dit soort vertrouwen krijgt, dat is enorm waardevol. Ik ga telkens met een blij gevoel naar huis, omdat ik iets heb meegemaakt dat ertoe doet. Voor mij, maar hopelijk ook voor hen.”

En Geeske, merk je bij de vrouwen dat het ook iets losmaakt?

Geeske:
“Het is natuurlijk niet iets wat je kunt meten, en het is niet zo dat alle problemen opeens verdwijnen. Maar wat ik wél merk, is dat dit soort activiteiten de vrouwen dichter bij elkaar brengen. En onderschat de impact daarvan niet. Mijn doel: bijdragen aan ‘sisterhood’, een gemeenschap creëren waar de vrouwen elkaar een beetje weten te dragen. Deze workshops dragen daar zeker aan bij.”

Mijn doel: bijdragen aan ‘sisterhood’, een gemeenschap creëren waar de vrouwen elkaar een beetje weten te dragen. Deze workshops dragen daar zeker aan bij.

Geeske Hovingh

Terug naar de pamfletten, Tine, hoe bepaal je met de vrouwen welke verhalen ze delen en op welke manier?

Tine: “Ik bepaal helemaal niets. Het is puur een uitnodiging. Dat woord gebruik ik ook altijd in mijn introductie: ‘Ik nodig jullie uit om een oefening te doen’. Zo’n oefening voelt bijna als een spel. Denk aan iets, schrijf drie dingen op. Schrijf er nog drie op. En dan – ineens – is daar een pamflet. Omdat mensen over iets heel specifieks hebben nagedacht en daar spontaan woorden bij hebben gevonden. Dan ontstaat er een tekst die raakt, een hart dat openligt.

Soms loopt het heel anders. Soms komt iemand binnen en zegt: ‘Ik wil het dáár over hebben’. En dan gaan we het gesprek aan: wat wil je precies zeggen? Op die manier beginnen we niet klein, maar juist bij het grote geheel, en dan gaan we op zoek naar de kern. Waarom stel je die vraag? Waarom is het voor jou zo belangrijk om hier een antwoord op te vinden? Soms leidt dat naar persoonlijke ervaringen, soms juist niet. Dan wordt het iets politieks – en dat is net zo waardevol.”

Een deel van de pamfletten zal te zien zijn op Shakespeare is Dead, een festival rondom theaterteksten. Wat voor rol speelt taal in het project?

Geeske: “Door het pamflet te maken kies je samen een nieuwe taal. Deze vrouwen spreken vaak vooral in juridische contexten. Hierbij wordt gesproken op een dieper niveau – een zielsniveau – over iemands achtergrond en trauma’s. En dat vind ik zo fundamenteel, het is bijna religieus voor mij. Samen een andere taal te vinden, een taal die troost biedt.”

Tine: “Wat voor mij belangrijk is, is gevoeligheid in de taal naar de vrouwen toe. Hoe kan ik met hen samenwerken zonder de eigenheid van hun taal te verstoren? Wanneer we het bijvoorbeeld hebben over "perfect" Nederlands of Engels, halen sommigen dat niet; dat is simpelweg niet de taal die ze gebruiken. Waar ik naar streef is begrijpelijkheid, zonder de authenticiteit van hun taal aan te passen. Dit is soms moeilijk, want ik moet mijn verbeterdrang in toom houden om ervoor te zorgen dat de schoonheid van de taal behouden blijft, en het niet onbedoeld een onvermogen wordt.”

Dat is mijn grondhouding: je moet elkaar leren kennen, elkaars verhalen horen - dan ontstaat er begrip.

Geeske Honvingh

Wat hoop je dat deze vrouwen meenemen uit deze ervaring?

Tine: “Wat ik natuurlijk hoop, is dat er empowerment ontstaat. Dat mensen sterker uit deze ervaring komen dan dat ze erin stapten. Dit is uiteraard een grote uitdaging, maar ik hoop dat het voor hen iets wordt waar ze naar terug kunnen keren.

Een verdere stap, wat mijn grotere ambitie betreft, is dat al de pamfletten hun weg vinden naar de publieke ruimte. Ik hoop dat pamfletten een rol kunnen spelen in de manier waarop een samenleving communiceert, en dat de publieke ruimte niet alleen gebruikt wordt voor reclame of het herhalen van politieke dogma’s. Dat is het grotere toekomstbeeld waar ik naar streef en ligt aan de basis van waarom ik dit doe.”

Geeske: “Het is nu belangrijker dan ooit om dit soort verhalen in de publieke ruimte te delen. Het is schrijnend hoe er over deze mensen gedacht wordt: ‘Wat doen ze hier, laat ze weggaan, ze komen alleen maar profiteren’. Op het moment dat je elkaar echt leert kennen, dan verandert de situatie. Dat is mijn grondhouding: je moet elkaar leren kennen, elkaars verhalen horen - dan ontstaat er begrip.”

Het resultaat van dit workshoptraject deelt Van Aerschot tijdens een voordracht op SID PRO op zaterdag 5 april en in verschillende posters op de Shakespeare is Dead festivallocaties in Theater Bellevue en de Brakke Grond.