Interview 
24 mei 2024

In ons kot | Rose-Myrtha Vercammen Fortuna en Céline Gaza

In deze serie laten we makers aan het woord die bij ons in residentie zijn.

© Alex Heuvink

Twee weken lang waren Rose-Myrtha Vercammen Fortuna en Céline Gaza bij de Brakke Grond in residentie. De performers, tevens curator, plantenvrouw, mindfulnessgids en activist, zetten hier de eerste stappen in de creatie van hun rituele performance Onkruid.

In de foyer van de Brakke Grond komen de salie-achtige geuren je al straf tegemoet. Eenmaal binnen in de verduisterde Tuinzaal, staat een spot gericht op een gedaante gehuld in doeken. Met pijn en moeite beweegt de figuur zich door de ruimte. Een ander wezen volgt, levendig en kwetterend, de zware figuur omcirkelend. Wanneer de doeken afgaan, en twee vrouwen verschijnen, wordt er ritueel gereinigd en uitdagend gedanst, waarop een fysieke confrontatie volgt – in gevecht met het keurslijf, zo lijkt het. Nadat de vrouwen samen hebben gezongen, temidden van aarde, zaden en bloesem (“Along the fire I dance, to fuel my wisdom, strength and courage”), eindigen ze hand in hand.

Het tussentijdse toonmoment van deze rituele performance, Onkruid, is het resultaat van de twee weken durende residentie van performer, curator en zelfbenoemd plantenvrouw Rose-Myrtha Vercammen Fortuna en Céline Gaza, performer, mindfulnessgids en activist. Ze werken vanuit een onderzoek naar ‘heksen’: helers, personen die natuurkracht gebruiken om te genezen, maar die ook alom werden en worden verguisd. Deze performance, die vertrekt vanuit de vier elementen - vuur, lucht, water en aarde - is een ode aan deze groep. Een collectief gebed voor liefde, bevrijding en moeder aarde. In november gaat Onkruid in première in Antwerpen.

---

Door Doris Zijlema

Jullie brengen een ode aan ‘heksen’, helers. Wat is het verhaal achter deze groep?

Céline: “Heksen zijn de helers van hun gemeenschap, maar werden en worden nog steeds weggezet als slechte personen. Eigenlijk zijn het mensen met heel veel kennis over planten, over hun eigen lichaam, geest en gezondheid, over helen op een natuurlijke manier. En dat is nu precies waarom ze worden tegengewerkt door het kapitalistische farmaceutische systeem, dat wenst dat we schaapjes zijn zonder kennis. Er lijkt nu langzaam een shift in te komen, maar al sinds de heksenvervolging heeft deze groep deze ondergeschikte positie.

Vandaag de dag zien we het bijvoorbeeld nog in Congo - vrouwen die door kleinzonen of neven worden bestempeld als heks en uit hun community of dorp worden gejaagd. Vervolgens wordt hun land gestolen. Terwijl het deze vrouwen zijn die de gemeenschap bijeen willen houden, waarbij ze plantmedicine gebruiken. De titel Onkruid is gekozen als metafoor voor deze groep, die soms als onkruid wordt gezien in de maatschappij. Wij willen ze juist eren in onze rituele performance.”

"Ik gebruik de natuur om in mijn kracht te staan."

Rose-Myrtha

Rose-Myrtha, jij bent plantenvrouw, een heler ook, misschien? Voel je je met deze groep verbonden?

Rose-Myrtha: “Ik noem mezelf plantenvrouw, omdat ik de natuur heel belangrijk vind en me er graag en vaak in bevind. Daarnaast identificeer ik me zo, omdat ik me heel geconnecteerd voel met mijn voorouders op dit vlak. Hun kennis gebruik ik om mezelf sterker te maken.

Plantenvrouwen en helers zijn aan elkaar gelieerd, maar niet per sé hetzelfde. Voor mij is een plantenvrouw iemand die de natuur ingaat en kennis heeft over planten. Een heler is iemand die die kennis echt inschakelt om bepaalde vormen van genezing te genereren. Ik gebruik de natuur vooral om zelf in mijn kracht te staan, als copingmechanisme om te dealen met alledaagse stress van het leven.”

Om het onderwerp uit te werken, gebruiken jullie de vier elementen - water, vuur, aarde en lucht. Op welke manier doen jullie dat?

Rose-Myrtha: “Vooral op een abstracte manier. We incorporeren de eigenschappen van de elementen naar onze eigen interpretatie in de performance. Maar er zijn ook letterlijke representaties van de elementen aanwezig op scene, zoals aarde en rook van brandende bijvoet (een geneeskrachtige plant).”

Céline: “Daarnaast gaat het over de elementen as such, maar ook over wie we als mens zijn. We hebben allemaal de vier elementen in ons, maar sommigen zijn meer aards of meer luchtig. En sommige scenes voelen misschien vurig voor ons, maar komen bij het publiek anders over, en dat is oké. Ieders interpretatie is welkom.”

Zijn we het leven met de elementen een beetje kwijtgeraakt in de moderne Westerse cultuur? Hoe doe je het überhaupt eigenlijk?

Céline: “Niet helemaal. Ik ben zelf deels Pools en mijn voorouders hebben heel sterk met de elementen geleefd. Mijn familie en hun vrienden daar hebben nog altijd boerderijen, verbouwen hun eigen groenten, een manier om met aarde te werken. Veel hebben ook een open haard bijvoorbeeld. En het is de gewoonte om een vuur te maken en in een cirkel eromheen verhalen te vertellen of muziek te maken. Dus ja, het kan echt heel letterlijk zijn, leven met de elementen, maar het kan ook meer abstract zijn: door bijvoorbeeld ons innerlijk vuur te laten branden. We kunnen ons reinigen met water, letterlijk, of met salie – rook, wat lucht representeert.

Maar ik denk dat een groot deel van de mensen in de Westerse wereld in het dagelijks leven inderdaad wel het contact kwijt is geraakt met de elementen. En als ze dan op vakantie zijn, op een camping bijvoorbeeld, vinden ze het geweldig om vuur te maken en naar de sterren te kijken. Het zit nog in elk van ons, en zal uiteindelijk ook weer naar boven komen.”

“Het stuk is een ode aan 'heksen' en aan zusterschap. Als voeding hiervoor gebruiken we de wijsheden van onze voorouders.”

Rose-Myrtha

De performance is een helende trip, een gebed en een ritueel. Hoe geven jullie dit vorm als geheel?

Rose-Myrtha: “In mijn kunstpraktijk werk ik met de balans tussen ritueel en performance, en verken ik die grenzen. Ik zie deze voorstelling als ritueel en als gebed in trance, waarin ook performance-elementen aan bod komen.”

Céline: “We werken daarnaast hecht samen met onze voorouders. We krijgen berichten van hen, en deze gebruiken we. Het is niet gewoon een mooie voorstelling, een product om te kunnen leveren aan het publiek, maar eerder een deelmoment van de berichten van onze voorouders, in combinatie met de uitkomsten van ons onderzoek.”

Hoe kan ik me zulke berichten voorstellen?

Céline: “Het is anders voor iedereen, sommige mensen krijgen letterlijk zinnen en liedjes door, ik ben persoonlijk meer visueel ingesteld, dus ik zie wat ik moet doen. Dat vraagt veel tijd, veel stilte, veel meditatie, veel luisteren. Je moet ervoor openstaan. Maar dan kan iedereen het.”

Is dit ook jullie grootste inspiratiebron geweest deze week?

Rose-Myrtha: “Het stuk is een ode aan de eerder benoemde groep, en aan onze zusters. Zusterschap is ook een heel belangrijke inspiratiebron. Als voeding hiervoor gebruiken we de wijsheden van onze voorouders.”

Céline: “Ook de natuurelementen waren een grote inspiratiebron, moeder aarde. Zij heeft ons heel veel gegeven, planten, water... Maar ook Rose-Myrtha betekent voor mij inspiratie. We zijn zo anders, maar zo complementair.”

Jullie komen vanuit andere disciplines, hoe werken jullie samen, hoe vullen jullie elkaar aan?

Rose-Myrtha: “Onze praktijken komen heel organisch samen. We zijn beiden gericht op de innerlijke kracht van de mens. Céline doet dat via mindfulness, en ik gebruik mijn kennis als plantenvrouw bijvoorbeeld. Dit vloeit heel mooi samen.”

Céline: “Het is niet de eerste keer dat we samenwerken. De eerste keer was in 2022, een residentie van drie maanden in Antwerpen. Daar merkten we: we hebben veel gemeen, al hebben we verschillende vertrekpunten. Het is zo bijzonder, het lijkt meant to be. De samenwerking gaat zo gemakkelijk, zo vanzelf. Misschien zijn onze voorouders wel dezelfde, ergens ver in de lijn. Wat het voelt helemaal juist, heel natuurlijk.”

Rose-Myrtha: “Ik had Céline voor onze residentie in Antwerpen al eens gezien tijdens een workshop van Anaku. Toen wist ik al: ‘oh my gosh, met haar wil ik samenwerken’. Ik wilde het niet zelf forceren, ik voelde dat er wel een opportuniteit zou gaan komen. Toen werden we beiden geselecteerd voor dezelfde residentie. Het moest zo zijn.”

Jullie waren hier ook al eerder in residentie, in het kader van Keti Koti. In hoeverre is deze residentie hieraan verbonden?

Rose-Myrtha: “Ja, toen heb ik hier een expositie gecureerd, en een performance uitgewerkt samen met Céline. Alles stond in het teken van kolonialisme en exploitatie van de aarde. We werken wel een beetje aan dezelfde thema’s, die bij ons altijd terugkomen, ook al is het een ander hoofdonderwerp. In deze performance willen we ook de aarde opnieuw eren, net als toen.”

Céline: “We spelen ook met het heiligdom van onze lichamen, hoe onze lichamen worden gezien in de witte maatschappij waarin we leven, in België, hoe dat geconnecteerd kan worden aan de slavernij. Dus ik zou zeggen, ja, kolonisatie en moeder aarde zijn wel thema’s die ook in deze residentie aan bod komen, al is het een heel ander stuk. Maar ik voel dat we altijd stapjes verder maken binnen onze eigen interessegebieden, elke samenwerking weer.”

"Ik voel me goed hier, helemaal op mijn gemak. En ik denk dat dat van belang is om goed te kunnen werken als artiest."

Céline

Hoe hebben jullie deze twee weken ingevuld?

Céline: “Het is belangrijk voor ons om evenwicht te vinden in onze dagindeling. We werken helemaal anders, we hebben een andere agenda en een ander ritme. We blijven daarom altijd bij elkaar inchecken: ‘Gaat het nog, heb je nog energie?’. Dit is van groot belang voor onze samenwerking.”

Rose-Myrtha: “We zijn deze twee weken veel verder gekomen, we hebben echt heel goed kunnen werken hier.”

Céline: “Ja, de residentie was heel productief, dus ik ben heel blij. Zoals altijd zijn we heel goed ondersteund. De Brakke Grond voelt echt zoals mijn tweede thuis, ik voel me goed hier, helemaal op mijn gemak. En ik denk dat dat van belang is om goed te kunnen werken als artiest, om een rustige geest te hebben, om creatief te kunnen zijn. En we slapen hier zo goed! Het gaat heel gek zijn om terug naar de gewone wereld te gaan, Brussel en Antwerpen. Ik wil eigenlijk niet dat het stopt.”

Hoe nu verder?

Rose-Myrtha: “We hebben even een break, en dan hebben we weer een residentie in Brussel, begin juli.”

Céline: “Het rusten tussen residenties is wel heel belangrijk, om alles even te kunnen laten bezinken.”

Rose-Myrtha: “En op 14 november gaan we in première met Onkruid. Daarna gaan we toeren, onder de naam Wildgroei Coven. De voorstelling wordt een coproductie met de Brakke Grond. Het is heel erg fijn dat de Brakke Grond in onze dromen gelooft. Dit helpt ons om onze visie tot uiting te brengen.”