Essay 
17 apr 2024

Spring is Coming With a Strawberry in the Mouth

Verslag in het kader van het panel Spring is Coming With a Strawberry in the Mouth op 21 maart.

Nick Chesnaye

Op 21 maart organiseerden de Brakke Grond en Dekmantel de avond Spring is Coming With a Strawberry in the Mouth. Met twee panelgesprekken werd de nieuwe kunstprogrammering voor Lentekabinet door de twee organisaties gevierd en vroegen het cultuurhuis en de festivalorganisator zich af welke rol kunst en design kunnen spelen binnen de context van een muziekfestival.

Te gast waren: Moktar Nabil (kanaal40), Sophie Keij & Nana Esi (Atelier Brenda), Dennis Vanderbroeck (Studio Dennis Vanderbroeck) & Albert van Abbe (Dekmantel), Sophie Dogterom (de Brakke Grond), Bieke Criel & Olivier Goethals (019), Louise Goegebeur (Horst), Joke Hoeven (Dekmantel) en Heske ten Cate (Nest/DTRH). Moderator Lieneke Hulshof schreef een kort verslag van deze avond met de belangrijkste inzichten.

Publiek centraal

Het is 3 augustus 2023 en de zon verdwijnt langzaam in de zee. Op het strand van Zeebrugge voorziet een bas zwetende lichamen van een collectief ritme. Als een organisme beweegt het publiek zich in een cirkelvormige ruimte. De plek is open en de mensen worden enkel door een hoge, ronde muur afgescheiden van de rest van het festivalterrein WECANDANCE. Op deze muur is de dj gesitueerd. Traag beweegt de dj-booth over de muur in een rondje. Langzaam genoeg om het niet direct te merken, snel genoeg om tijdens één set steeds een andere positie te hebben ten aanzien van het publiek.

Dit podium is ontworpen door Dennis Vandenbroeck, die sinds 2023 creative director is van het festival. Tijdens het eerste panelgesprek van de avond vertelt hij over de scenografie van deze stage. Hij wilde de afstand tussen publiek en dj verkleinen waardoor mensen meer op elkaar, de ruimte en de muziek aangewezen zouden zijn. Doordat de dj constant uit het zicht verdween, werd diens dominante visuele positie verkleind. Mensen waren de dj kort gezegd steeds ‘kwijt’. Niet de dj, maar het publiek stond zo in het middelpunt en de ontworpen muur werd een contourlijn die het publiek en de dj samen bond.   

Dennis Vanderbroeck zal dit jaar ook een van de podia voor Dekmantel in augustus ontwerpen, daarbij vindt Vandenbroeck het relevant om, net als in zijn andere projecten, te spelen met het idee van ‘binnen’ en ‘buiten’ en het gevoel van collectiviteit tussen artiesten, bezoekers en organisatie te vergroten, iets wat ook een uitgangspunt vormt voor Albert van Abbe, artistiek directeur van het festival.

Kunst buiten de museummuren

In het tweede panelgesprek van de avond wordt er gesproken over de rol van beeldende kunst op festivals. Steeds meer festivals hebben behoefte aan een rijk en experimenteel kunstprogramma. Tegelijkertijd is er al een tijd een trend gaande van zeecontainers die op een festivalterrein van binnen worden omgetoverd tot white cube waarin kunst vervolgens op een klassieke manier wordt geëxposeerd. Aan witte muren die een museumruimte nabootsen. Zo wordt de unieke omgeving van een festival genegeerd en een vastgeroeste expositievorm gekopieerd naar het terrein. 

Artistiek directeur van Nest in Den Haag, Heske ten Cate, geeft een pleidooi voor een andere aanpak. Ze benadrukt dat er bij het cureren allereerst kritisch moet worden gekeken naar wat een festival is en wie er komt (een houding die uiteraard altijd belangrijk is). Volgens ten Cate zijn er op een festival juist veel potentiële, nieuwe liefhebbers te vinden voor beeldende kunst. Mensen die normaliter geen museum bezoeken, maar tijdens een festivalweekend extra open staan voor allerlei vormen van cultuur. Die mensen willen vaak verrast worden en hun blik op dat wat kunst kan zijn zou juist opengebroken moeten worden in plaats van bevestigd. Daarom hebben kunstprogrammeurs van festivals ook een belangrijke verantwoordelijkheid volgens Ten Cate, niet alleen voor hun eigen festival, maar ook sectorbreed; ze hebben een sleutel in handen om groepen nieuwe mensen nieuwsgierig te maken naar (beeldende) kunst.

"Mensen die normaliter geen museum bezoeken, maar tijdens een festivalweekend extra open staan voor allerlei vormen van cultuur."

Heske ten Cate

Nieuw werk in bijzondere omgeving

Voor kunstenaars is het exposeren op festivals ook een unieke kans. Juist op festivals kan er groot, tijdelijk (en dus experimenteel) nieuw werk gemaakt worden. Een mogelijkheid die zich maar weinig voordoet op andere plekken. Goed opdrachtgeverschap is daarbij essentieel en ook die verantwoordelijkheid draagt een festivalorganisatie. Ten Cate programmeert vanuit Nest jaarlijks beeldende kunst op Down The Rabbit Hole festival (DTRH) waarbij ze kunstenaars vanuit die gedachte het liefst opdracht geeft voor nieuwe kunstwerken; dit jaar zal kunstenaar Joeri Woudstra een drijvend sculptuur realiseren in het water van de Groene Heuvels in Beuningen dat gelijktijdig een ambient stage wordt. Daarbij is de specifieke omgeving van het terrein vanaf het eerste begin meegenomen in het idee voor het kunstwerk. 

"Ze hebben een sleutel in handen om groepen nieuwe mensen nieuwsgierig te maken naar (beeldende) kunst."

Heske ten Cate

Architect Olivier Goethals verduidelijkt waarom die context van een festivalterrein, zoals Ten Cate ook schetst, bijzonder is. Het zijn vaak plekken waar mensen normaal niet komen, zoals verlaten industrieterreinen en afgelegen velden. Tijdelijk wordt er een kleine samenleving op poten gezet en het publiek kijkt met een frisse, open blik naar die onbekende omgeving. Vanuit die energie kan beeldende kunst een grote meerwaarde leveren, door idealiter beelden te tonen die men niet verwacht binnen deze omgeving. Als voorbeeld wordt het werk van Willem de Haan aangehaald; hij plaatste afgelopen jaar op DTRH in samenwerking met Nest een ingang van een Amsterdams metrostation midden op het festivalterrein.

"Het zijn vaak plekken waar mensen normaal niet komen, zoals verlaten industrieterreinen en afgelegen velden."

Olivier Goethals

Tijdens het gesprek wordt er opgemerkt dat wanneer de kunstprogrammering niet vanaf de tekentafel onderdeel is van het desbetreffende festival, ze vaak niet goed tot haar recht komt. Dan is de kans op een ‘containervariant’ groot. Louise Goegebeur van festival Horst legt uit dat Horst vanaf het allereerste begin werkt met kunstenaars en architecten. Ze licht toe dat Horst langer bestaat dan enkel de festivaldagen en dat het festival zelf vaak ook als atelier wordt gebruikt voor kunstenaars. Laure Prouvost bouwde bijvoorbeeld in 2022 een van de podia, een metalen constructie in een voormalig pakhuis met de titel Hovering Varess Amère. De constructie moest een gestrande walvis voorstellen waarvan de buik was gevuld met afval. De festivalbezoekers dansten in de imaginaire buik met boven zich het hangende plastic. Na het festival waren de kunstwerken van Horst nog een aantal weken op het Vilvoordse industrieterrein te bezoeken en Prouvost had opnieuw afval aan de buik toegevoegd; dit keer van de festivalbezoekers zelf. Op die manier werd het festival een daadwerkelijk experimenteel atelier waarbij het kunstwerk een specifieke staat voor, tijdens en na het festival kende. 

 

"Tijdelijk wordt er een kleine samenleving op poten gezet en het publiek kijkt met een frisse, open blik naar die onbekende omgeving."

Olivier Goethals

Festival als totaalervaring

Waar Horst voorheen een aparte kunstexpo realiseerde, die dus na het festival overeind bleef staan, gaat Horst vanaf dit jaar kunstenaars integraal onderdeel laten zijn van het gehele terrein en podium, zodat kunst, architectuur en scenografie samenvloeien. Ook voor Joke Hoeven en Sophie Dogterom die samen het kunstprogramma van Lentekabinet vormgaven, was dit een belangrijk uitgangspunt voor hun keuzes. We wilden dat de kunstwerken integraal onderdeel zouden zijn van het gehele terrein en festival, zodat kunst en scenografie samenvloeien. Er zijn geen aparte ruimtes ingericht voor de werken, er is juist gezocht naar een passende plek in het Twiske, temidden van de podia. Het maakt tenslotte niet uit, zegt Goegebeur, of iemand muzikant, dj, autonoom of toegepast maker is, uiteindelijk wil je met een festival een totaalervaring creëren. Een ervaring die alleen kan bestaan wanneer de afstand tussen alle componenten, van publiek tot dj en van kunst tot scenografie, zo klein mogelijk wordt gemaakt. 

"Vanuit die energie kan beeldende kunst een grote meerwaarde leveren, door idealiter beelden te tonen die men niet verwacht binnen deze omgeving."

Olivier Goethals

De Brakke Grond co-cureert beeldende kunst op muziekfestival Lentekabinet. Bekijk hier het Arts & Culture-progamma.