Op 1 juli vieren we met Keti Koti (‘gebroken ketenen’) de afschaffing van de slavernij. Voor curator, performer en plantwoman Rose-Myrtha Vercammen Fortuna betekent Keti Koti vooral het herdenken van wat vrijheid kan zijn.
Door Kiriko Mechanicus
---------
In de Witte Zaal van de Brakke Grond zijn de eerste attributen voor Rose-Myrtha’s performance al klaargezet: een zestal voetenbadjes, planten hier en daar en een beginsel van een altaar. Komend weekend zal zij hier ter ere van Keti Koti REBIRTHING // RE-EARTHING laten zien, samen met fotograaf Jorge Alvarez Pupo en meditatie begeleider Céline Gaza. Rose-Myrtha zal een performance doen waarin zij de connectie met het publiek aangaat om onze relatie tot Moeder Aarde en de natuur te verenigen. De Brakke Grond sprak haar ter voorbereiding van haar voorstelling.
Hey Rose-Myrtha. Jij ben plantwoman, maar ook performancekunstenaar. Hoe zit dat?
Ik omschrijf mijzelf als een conjure artist. Dit is een term die is bedacht door choreografe Amara Tabor-Smith, dat zoveel betekent als dat mijn artistieke praktijk onlosmakelijk verbonden is met spiritualiteit. Ik wil mijn voorouderlijke waarde en kennis eren, en kunst is mijn medium om dat te verspreiden en om gemeenschap te creëren. Ik wil verbintenis zoeken. Dat kunnen lange banden zijn, maar ook voor heel eventjes, een connectie van een kort moment.
En hoe creëer je die verbintenis?
Ik probeer een omgeving te creëren waarin mensen vragen kunnen stellen, een plek waar kwetsbare emoties gevoeld mogen worden. Ik gebruik veel sensoriële materie: voetbadjes, gebed, mijn stem, jouw stem… Voor mij is spiritualiteit het licht in jezelf, en ons lichaam is een schip van deze kracht. Mijn voorouders komen uit Ayiti (Haïti), en waren gedwongen om beroep te doen op hun eigen lichaam om spiritualiteit te kunnen beoefenen. Ze moesten inkeren tot zichzelf, ze hadden niet de mogelijkheid om bijvoorbeeld een altaar te maken of hardop te bidden. Nu creëer ik een omgeving waarin dat mag. Ik richt een ruimte in waarin ik spiritualiteit hardop toelaat.
Ik was heel erg geïnspireerd door de geschiedenis van de marrons. De manier waarop zij omgaan met de natuur...
Wauw.
Ja! Het is heel bijzonder. Mijn performance Martigenesis Tree (Tree om de bomen te eren, en omdat het project is gemaakt in een drie-eenheid) is een artistieke verbeelding van het boek Deconolonial Ecology van Malcom Ferdinand, wat ik ook samen met het publiek na afloop lees. Ferdinand legt uit dat we de milieustrijd op een dekoloniale manier moeten voeren. Kolonialisme en de exploitatie van de aarde zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dit kan je al terug redeneren naar de tijd van Columbus. Het toe-eigenen van land leidt tot de komst van plantages, wat leidt tot habitatverlies, wat leidt tot verlies van biodiversiteit en uiteindelijk grootschalige degradatie van de grond. Ferdinand zegt: “The colonial self has to die, in order for us to be reborn through the earth and to be reborn in the matriarchal entity of the earth.” In deze ruimte maak ik een eerbetoon aan Moeder Aarde. De zorgzaamheid die zij ons geeft moeten we ook reproduceren voor haar.
En hoe neem je je publiek daarin mee?
Ik zou mezelf niet per se als een hardcore activist omschrijven, maar meer als een zachte aanmoediger van wat er al is. Ik hoop dat mensen beter gaan nadenken en om zich heen gaan kijken nadat ze mijn werk hebben gezien. Het maakt iets los, op verschillende vlakken in de levens van mensen. Het zorgt ook voor een nieuwe soort zorgzaamheid voor jezelf én voor de Aarde. Kruiden en planten zijn belangrijk! Het is mooi om mensen daaraan te kunnen herinneren.
En wat betekent het voor jou om een performance te doen ter ere van Keti Koti?
Ik voel me vereerd. Een paar jaar geleden ben ik in Suriname geweest, wat een prachtig land. Ik was heel erg geïnspireerd door de geschiedenis van de marrons. De manier waarop zij omgaan met de natuur, zichzelf hebben vrijgevochten van de slavernij en Afrikaanse rituelen uitvoeren en implementeren – daar voel ik een connectie mee. Ook in andere plekken in Zuid-Amerika, de Cariben en bijvoorbeeld bij ons in Ayiti (Haïti) waren ook marrons. Door hun geschiedenis voort te zetten probeer ik de transnationale connecties van onze voorouders te verlengen.
Wat betekent het voor jou om vrij te zijn?
Ik ben vrij door mezelf te zijn en mijn spiritualiteit te kunnen beoefenen. Ik zeg niet dat andere mensen dat ook moeten doen, maar door getuige te zijn van mij ben ik vrij. Eerst was ik nog weleens onzeker over beginnen over vodou (voodoo). Mensen begrepen het niet en dachten dat ik met poppetjes speelde enzo. Die taboe is nu doorbroken. Mijn spiritualiteit is niet meer verborgen, ik ben er trots op.