02 jun 2022

Lees terug: speech minister-president Jan Jambon

Onderdeel van Fier als een gieter.

Minister-president van Vlaanderen Jan Jambon speechte tijdens de grootse openingsavond van feestweekend Fier als een gieter. Lees hieronder wat hij zei.

Dames en heren,

Na deze storm is het een goed moment om even stil te staan bij de verwezenlijkingen van de voorbije 41 jaar.

Nadat Vlaanderen in de jaren 1970 en 1980 autonomie kreeg rond taal en cultuur, werden overal in Vlaanderen culturele centra opgericht.

Vlaamse cultuur naar de bevolking brengen, dat was het doel van deze centra. In diezelfde periode intensiveert ook de samenwerking met Nederland. In september 1980 ziet de Nederlandse Taalunie het levenslicht en enkele maanden later, op 23 mei 1981, openen de deuren van de Brakke Grond.

Bij opening van de Brakke Grond kreeg het huis een duidelijke missie mee van de toenmalige Vlaamse Overheid: als cultureel centrum in Amsterdam moest de Brakke Grond de culturele identiteit van Vlaanderen in Nederland uitdragen en de Vlaams-Nederlandse samenwerking bevorderen. 

Zoals het filmpje daarnet duidelijk toonde onderging de Brakke Grond in al die jaren een immense verandering. Van een Vlaams cultureel centrum in Amsterdam, gerund door de administratie, naar een moderne stichting gericht op verbinding met culturele expertise aan het roer. 

Maar in al die jaren is het belangrijkste element in de werking van de Brakke Grond hetzelfde gebleven: dankzij deze instelling kunnen Nederlanders de fascinerende en diverse culturele identiteit van Vlaanderen ontdekken.

Binnen het Vlaams-Nederlands cultureel landschap zijn er heel wat veel verschillende organisaties actief, van de lage landen/Ons Erfdeel, over de Taalunie en de letterenfondsen naar het Vlaams-Nederlands huis deBuren. Maar geen enkele andere Vlaamse instelling speelt zo een grote en belangrijke rol in Nederland.

In de voorbije 41 jaar bouwde de brakke grond een indrukwekkend netwerk op en groeide de organisatie uit van vitrinekast van Vlaanderen naar een belangrijke culturele speler.

Daarom hoop ik ook dat de Brakke Grond deze ingeslagen weg in de toekomst kan verderzetten en, door blijvend in te zetten op podiumkunsten, beeldende kunsten en muziek, Vlaanderen en Nederland verder dichter bij elkaar kan brengen. 

En dit is nodig en belangrijk, ondanks de gedeelde Nederlandse taal blijft culturele samenwerking dankzij een Vlaams huis in Nederland nog altijd cruciaal. De Brakke Grond kan het verschil maken: door kansen te bieden aan talentvolle Vlaamse kunstenaars, door Nederlanders kennis te leren maken met hun zuiderburen, maar vooral door beiden groepen met elkaar in verbinding te brengen. 

Daarom breng ik graag nog eens in herinnering dat de plek waarop we vandaag verzameld zijn een plaats is die geschiedenis ademt: aan het einde van de 16e eeuw, wanneer veel vluchtelingen uit de Zuidelijke Nederlanden onderdak vonden in de Republiek, stond hier het Margarethaklooster. In de zolder van dit klooster verenigden cultuurliefhebbers uit de Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden zich in rederijkerskamer Het Wit Lavendel.

Samen werkten ze aan voordrachten, poëzie en theaterstukken. Deze rederijkerskamer, die  Joost van den Vondel onder haar leden mocht rekenen, had als motto: Uyt levender jonst, wat zoveel wil zeggen als ‘in levende vreugde/gunst’. Voor de toekomst hoop ik dat dit 16e eeuwse motto de Brakke Grond kan blijven inspireren en dat ze van hier uit nog veel vreugde en inspiratie kan schenken, in Amsterdam, Nederland én Vlaanderen.