Jubileum 
28 apr 2022

Kroongetuigen: FULCO

40 jaar de Brakke Grond

In het kader van 40 jaar de Brakke Grond presenteren we het komend seizoen een serie portretten van bekende kunstenaars die een persoonlijke relatie met ons hebben.

Via deze Kroongetuigen komt het verhaal van vier decennia Vlaams Cultuurhuis in hartje Amsterdam tot leven, in de vorm van videoportretten en tekstverhalen. Het jubileumjaar wordt afgesloten in mei 2022, waar tijdens een feestelijk weekend een speciale uitgave verschijnt met alle interviews. Kroongetuigen is een samenwerking tussen de Brakke Grond en De Zendelingen. 

Aflevering negen: FULCO

Door: Jens Dewulf

----------

“De Brakke Grond is eigenlijk een soort kunstambassade.”

FULCO

Het mag bijna een wonder heten dat ik hem heb kunnen spreken gezien zijn overvolle agenda. Dat wonder bestond erin dat hij nog eens een vrije dag had. Die “hij” waarover ik het heb is Fulco Ottervanger – maar zoals ook bij Madonna het geval is, volstaat alleen de voornaam om te weten over wie het gaat. De 38-jarige vervlaamste Nederlander maakt muziek met De Beren Gieren, STADT, BeraadGeslagen en treedt onder de naam FULCO op als soloartiest. Ik sprak met hem over zijn vele projecten, de band met zijn thuisland en hoe de Brakke Grond zijn twee nationaliteiten netjes verenigt. 

“Ik ben nu vooral met FULCO bezig, mijn soloproject met Nederlandstalige liedjes”, vertelt de multi-muzikant vanuit zijn woonkamer. “In 2019 heb ik onder die naam een plaat uitgebracht. Die vormde de aanleiding voor een tournee met bassist Dries Laheye. Maar nu speel ik weer solo, met alleen mezelf en mijn gitaar.” Zo gaat Fulco een beetje terug naar zijn roots. “Ik heb vroeger vaak op straat gespeeld. Dat begon toen ik ongeveer tien jaar oud was en ik ben ermee doorgegaan tot mijn twintigste.” 

De straatmuzikant met het voor lucratieve doeleinden neergezette hoedje is weer helemaal terug. Muzikaal toch, want zijn publiek is aanzienlijk gegroeid en hij speelt lang niet meer tussen de shoppers die van winkelketen naar winkelketen slenteren. Dat hij nu vooral aan zijn solocarrière werkt, betekent niet dat hij zijn andere projecten in de steek laat. “Ondertussen zijn we met De Beren Gieren aan het experimenteren. En ook met STADT zijn we nieuwe muziek aan het maken.”

Ziet hij zichzelf nu als Vlaming of als Nederlander, vraag ik hem. Hij denkt even na. “Je kan me wel als Vlaamse maker beschouwen,” besluit hij, “want ik werk vanuit Vlaanderen.” Maar touren in Nederland is vaste prik. “Ik speel inmiddels regelmatig in Nederland. Het vaakst met De Beren Gieren, maar zeker ook met BeraadGeslagen, en met STADT ook wel eens.” Het verlangen om terug te keren naar het land dat op zijn identiteitskaart staat, is er altijd al geweest. Zijn eerste Nederlandse tour was met Members of Marvelas, een hiphopgroep, in lang vervlogen tijden. “Met Lander (Gyselinck, n.v.d.r.) heb ik ook nog een keertje in Amsterdam gespeeld, in het Berlaregebouw op een tentoonstelling. Dan zaten we middenin een kunstwerk. Maar dat was nog voor we BeraadGeslagen heetten.”

Vriendschappelijk vergaderen

Fulco en Lander ontmoetten elkaar in Gent, aan de Sint-Baafskathedraal. “We liepen toen naast elkaar en raakten aan de praat. Ik was 20, hij 17. Niet lang daarna begonnen we samen te spelen. Zomaar. Dat hebben we tien jaar lang gedaan. We namen wel al kleine dingetjes op, op cassetjes. Zo hebben we langzaam thema’s en liedjes verzameld. Heel af en toe hadden we een optreden, maar we kwamen vooral samen voor de lol. Op een bepaald moment gingen we tweemaandelijks spelen in de Fatima, een cafeetje in Gent. Daar kregen we door de jaren heen steeds meer aanhang. Dat waren optredens van twee of drie uur. Daar konden we heel veel uitproberen en daar namen we soms ook op. Uiteindelijk dachten we: we gaan een plaatje maken. Toen hebben we een ep opgenomen en toen pas kwamen we echt naar buiten als BeraadGeslagen.” 

Op de vraag waar die naam vandaan komt, heeft hij geen eenduidig antwoord. Maar hun vriendschap zit er zeker voor iets tussen. “We kwamen in het begin vaak samen zonder iets te doen. Het was vooral beraadslagen. Gewoon vergaderen, over niets. Onze groep is het resultaat daarvan, van ongedwongen samenkomen als hobbybandje.” Een klinkende naam, die echter niet voor iedereen even gemakkelijk te onthouden is, zo blijkt. “Laatst zei er iemand: ‘Ken je dat bandje van Lander en Fulco, GedoogBeleid?’ Ik vond dat wel grappig. Internationaal is onze naam eigenlijk niet zo slim gekozen. Maar goed, daarvoor hebben we de Brakke Grond natuurlijk.” (lacht)

In dat “Vlaamse Cultuurhuis” heeft Fulco al meermaals opgetreden. “Volgens mij hebben we er voor het eerst gespeeld met STADT. Ik herinner het me niet zo goed meer, maar ik denk dat de baas van Poetry International ons toen had gevraagd om een poëzieavond op te luisteren. Daarna hebben we er nog gespeeld in een double bill met Too Tangled (in 2014, n.v.d.r.).” Het zijn vooral de kleine dingen die hem bijblijven, lijkt het wel. “Wat ik me nog goed kan herinneren is dat parkeergedoe… Altijd gedoe daar in Amsterdam! Maar het is ook wel spannend: wanneer je die grachtenwereld betreedt, voel je je plots in een heel ander universum. Ik maak er altijd mooie wandelingetjes. Zo ontdekte ik ooit eenmanszaak van een filmfreak, met allemaal posters van oude Italiaanse films. Ik vond dat toen erg fascinerend. Dat paste nog echt bij het niet-opgeschoonde Amsterdam: een eenvoudige man die zijn passie met de wereld wilde delen.” Niet alleen Amsterdam, maar ook de Brakke Grond zelf ontsnapt niet aan de anekdotiek. Fulco kan een lach niet onderdrukken: “Boven de backstage van de Brakke Grond stond er een pop van een blote vrouw, die op haar hurken zat. Je zag alleen haar billen. Daar hebben we een keer een dwaze, vettige foto bij gemaakt met dollarbiljetten.”

Banden tussen landen

Ook al kan Fulco zich niet meteen herinneren hoe vaak en met welke bands hij in de Brakke Grond heeft gestaan, hij draagt de plek wel een warm hart toe. “Ik ben blij dat er zoiets bestaat. De vertegenwoordiging van het Vlaamse cultuurlandschap in Nederland is super belangrijk, want er gebeurt zoveel moois in Vlaanderen. Dat mag echt wel verdedigd worden. De Brakke Grond is eigenlijk een soort kunstambassade. Dus dat zou mijn verjaardagswens voor de mensen daar zijn: dat ze dat blijven doen.” Wie naar de titels van zijn songs kijkt en eens goed luistert naar zijn teksten, zal merken dat er in de jazzmuzikant (die zich niet uitsluitend beperkt tot dat genre) een ware taalliefhebber schuilt. Hij bevestigt dat ook: “Dat we in Vlaanderen en Nederland dezelfde taal hebben is natuurlijk fantastisch. Onze mooie Nederlandse taal mag best wel in de schijnwerpers gezet worden.”

Is een Vlaams publiek nu echt zo anders dan een Nederlands, zoals in de wandelgangen vaak beweerd wordt? “Vlamingen gaan achteraf gewoon weg”, lacht Fulco. “Je weet niet meteen wat ze ervan vonden. Nederlanders zullen dat sneller komen zeggen. Maar aan de andere kant… Nederlanders hebben vaak eenzelfde soort enthousiasme, terwijl Vlamingen daar misschien wat meer nuances in aanbrengen. Als ze al naar je toe komen, tenminste.” En zoals het een ware Vlaming betaamt begint ook Fulco te nuanceren. “Dat is allemaal veralgemenend, natuurlijk. Ik heb ook wel het gevoel dat Nederlanders iets meer uit hun dak gaan, ze zijn iets meer in feeststemming. Maar dat heeft ook een nadeel, en dat hoor ik ook vaak van andere groepen: ze praten de hele tijd. Vlamingen zitten daarentegen meestal braafjes te luisteren. Misschien iets te braaf. Maar goed, ik ben zelf ook zo wanneer ik naar concerten ga. Ik sta niet per se gek te doen. Ik zit, luister en geniet.” 

Kiezen voor het kleine

Met De Beren Gieren staat Fulco op 6 mei in het BIMHUIS in een double bill (met SCHNTZL, een andere band uit de “new wave of Belgian jazz”) die De Brakke Grond mee organiseert. Ze stellen er hun recentste plaat Less in endless voor. “Die gaat vooral over hoe je door te kiezen voor iets kleins net een hele golf van creativiteit en vrijheid kunt ontketenen. In de beperking zit de veelheid. Op dat idee zijn de nummers en improvisaties gebaseerd: we willen onze eigen neiging tot eclecticisme tegengaan, onze keuzes bewust beperken. Ik heb al vaak gemerkt dat dat veel nieuwe dingen teweegbrengt.” 

Daarnaast hadden de “Beren” ook aandacht voor stilteplekken, vertelt hij. “Het klinkt cliché, maar we waren wel benieuwd naar hoe je een plek kunt vinden voor of in jezelf waar het stil is, waar je aandachtig bent, waar je niet de hele tijd bent afgeleid en waar je niet voortdurend van de hak op de tak springt.” De natuur vormde dan ook een belangrijke inspiratiebron voor deze songs. “Dat heeft ook te maken met dat eerste thema. Want hoe meer je inzoomt met een microscoop, hoe meer er tevoorschijn komt. Het nummer ‘Animalcules’ gaat daarover. Dat zijn de eerste diertjes – microben en bacteriën – die de uitvinder van de microscoop tegenkwam. Hij heeft ze dan zo genoemd. Animalcules omvatten al het leven dat er wel is, maar dat we niet zien.” 

Wat kan een publiek verwachten van een avondje met De Beren Gieren? “Meegesleept worden, denk ik”, formuleert Fulco het nog voorzichtig. “Dat is toch wat ik vaak hoor van ons publiek: dat ze echt worden meegenomen op een reis vol verrassingen en emoties.” Maar verwacht ook flink wat groepsdynamiek. “Je voelt echt dat wij een groep zijn. Je voelt die energie. Het is niet zomaar een pianist die begeleid wordt door een bandje. Het is één organisch geheel waarvan je de energie al snel overneemt. Je spiegelt je aan wat je ziet en hoort. Als je Simon (Segers, n.v.d.r.) bijvoorbeeld ziet drummen, is het moeilijk om daar zelf niet energetisch op te reageren. Je kunt er echt van opleven.”