Normaal gesproken zoekt Barbara Claes in haar werk de rafelranden op van de maatschappij. Dat wat als ‘abnormaal’ wordt bestempeld, of daar waar een individu buiten de kaders van het systeem is getuimeld. Tijdens deze residentie pakt ze het anders aan en neemt ze haar eigen leven onder de loep.
Door Joelie Stork
---
Sinds 2015 maakt Barbara Claes deel uit van Lucinda Ra, een gezelschap van onder meer performers, muzikanten en beeldend kunstenaars. Ze doopten het met opzet tot ‘gelegenheidscollectief’, omdat ze wisten dat ze zich niet voor het leven wilden binden. Zich binden voor het leven, deed Barbara onlangs wel met haar Indische man. In 2019 trouwde ze met hem. Toch is hij nog altijd niet bij haar.
In de weken dat ze in de Brakke Grond zit, werkt ze aan haar eigen liefdesverhaal onder de titel Honey I’m real I exist. Een verhaal dat afgelopen periode noodgedwongen aan elkaar hangt van procedures, dossiers, isolatie, frustratie en wachten. Heel lang wachten.
Even terug naar het begin. Wat is je fundament als maker?
“Ik begin altijd met schrijven. Omdat dat de enige manier is hoe ik mijzelf in de eerste plaats kan vormgeven als theatermaker. Maar dat is ook beperkend, dus daarom is dat ook langzaam beginnen uitgroeien. Toen ik op de theaterschool zat wilde ik eerst alleen actrice worden, maar op een gegeven moment voelde ik de nood om ook eigen dingen te maken. Ik ben toen al begonnen met het schrijven van stukken en ben dat blijven doen. Pas na school is dat eigenlijk verder uitgebreid.
Voor één van de eerste projecten die we deden met Lucinda Ra ben ik in een kinderpsychiatrie gaan werken (Het Fioretti project). Ik kwam toen wel te weten dat dat ook veel oplevert, door je te verbinden aan zulke plekken waar je normaal nooit komt. Mijn werk is een combinatie van het schrijven, je eigen fantasiewereld en de verbinding met de buitenwereld. En ik word altijd getrokken door ‘de randmaatschappijfenomenen’. Dat komt ook altijd wel terug in mijn werk, zo maakte ik eerder ook een gezinsdrama (Akaaremoertoe bahikoeroe).
Wat mij trekt zijn dingen die niet gaan zoals ze horen te gaan. Een gezin dat volgens de maatschappij moet werken naar een bepaalde constructie, maar dat niet doet. En wat betekent het dan als dat niet werkt? Over wie zegt dat dan iets? Ook in de kinderpsychiatrie kwam die vraag naar voren. Namelijk waar ligt het probleem? Bij dat kind of bij de buitenwereld? Dat reflecterende komt altijd wel terug, maar ik vertrek wel vanuit het emotionele. Iets moet me raken. Ik draag geen oordeel uit.”
Is dat ook wat je bedoelt met je liefde voor foolness?
“Ik heb sowieso een voorliefde voor mensen die gekte durven toestaan. Dat mensen iets anders doen dan wat men verwacht. Dat heeft natuurlijk ook met verwachtingspatronen te maken. Ik onderzoek ook vaak wel naar hoe je een voorstelling slimmer af kunt zijn. Er zijn altijd wetten en regels. Dan komen mensen, gaan zitten, kijken en na afloop zeggen ze "ah, het was een schoon verhaal", en dan gaan ze weer. In het theater is het altijd interessanter als er iets gebeurt wat de mensen ineens wakkerschudt, op de grens tussen de realiteit en theater. Bijvoorbeeld dat je de mensen een half uur laat wachten, omdat je zelf nog iets dringends anders moet doen. Dat je daar een beetje mee speelt.
Iemand die daar wat mij betreft een goede balans in heeft weten te vinden is Jetse Batelaan, bijvoorbeeld met zijn voorstelling Hoe de grote mensen weggingen en wat er daarna gebeurde, waarbij op een gegeven moment alleen nog maar kinderen op scène waren. Dat was erg ontroerend. Ik probeer zelf ook die vrijheid in mijn creatie te zoeken. En dat is wat ik deze weken ook doe, deels door een stuk biografie te vertellen. Dus door wel theater te maken, maar soms ook geen theater te willen maken. Deels documentair en deels fictief. En zo te spelen met wat waar is en wat niet.”
“Nu ben ik met iets heel nieuws bezig. Ik ben twee jaar geleden getrouwd in India en ik bereid eigenlijk een stuk voor dat daar over gaat. Vorig jaar ben ik daar weer geweest en ik had al langer het gevoel dat ik iets wilde maken met de gebeurtenissen daar en mijn reizen naar ginder. Toen ik vorig jaar terug kwam omdat corona uitbrak en hier de lockdown begon, ben ik beginnen te schrijven. Vlak nadat we de visumprocedure in gang hadden gezet in de periode van de lockdown, heb ik de tekst in drie maanden geschreven.
Aanvankelijk wilde ik het verhaal vertellen over mezelf als Vlaams meisje dat gaat trouwen in India, maar langzaamaan door die hele tijd met corona, is het een verhaal geworden over een langeafstandsrelatie in deze periode. Ik ben toen ook lid geworden van de Facebookgroep Love is Not Tourism en daar kwam ik zoveel mensen tegen met allemaal dezelfde soort verhalen. Mensen die een relatie hebben met iemand uit een ander land en die niet bij elkaar kunnen zijn. Door die groep werd ik me ook bewuster van mijn voorstelling. Ik vertrek natuurlijk vanuit mijzelf, maar het gaat over zoveel andere mensen en zoveel meer dan die ene relatie. Ik werd mij veel bewuster van welke lagen er nog in zitten.
Ik heb altijd gezegd, ik wil mijn stuk maken in de periode dat de visumaanvraag loopt. En je merkt dat het één het ander ook gaat beïnvloeden. De frustraties worden steeds groter, dus dat gevoel sluipt ook meer in mijn tekst. En daarnaast begin ik het belang harder in te zien waarom ik dit verhaal wil vertellen. Het gaat er ook echt over dat je je eigen leven niet kunt kiezen en dat een ander voor jou beslist.”
Hoe ziet een dag tijdens deze residentie eruit?
“Nu ik hier in Amsterdam ben, start ik elke dag met zwemmen. Daarna doe ik een tekstrepetitie met mezelf en voor de middag geef ik mezelf dan een taak. Ik herschrijf een stuk tekst of ik leer een lied. Ik probeer die opdracht niet te lang te maken om mezelf ook een beetje rust te geven. Ik probeer altijd de dag af te sluiten met iets nieuws dat ik te weten ben gekomen of iets dat bijdraagt aan de voorstelling. Dat kan ook een detail zijn.”
Dat klinkt ordelijk. Heb je ook weleens een finaal mislukte dag?
“Eigenlijk ben ik heel chaotisch [Barbara lacht]. En ik heb regelmatig dat ik de energie niet voel, of dat het helemaal niet werkt en ik alles in vraag stel. Meestal stuur ik op zo’n moment een bericht naar mijn tweelingzus waar ik ook veel mee heb samengewerkt. Misschien ook omdat ik weet dat zij daar altijd op antwoordt: “dat is normaal”. Zij heeft ook veel alleen gewerkt. Het is ook wel moeilijk zo alleen, je hebt geen klankbord. Maar de grootste voldoening is altijd als ik een toonmoment kan doen en er daarna over babbel. Na feedback kom je het meest te weten. Dan kun je altijd weer verder.”
“De plekken waar ik een residentie doe, wat er daar gebeurt en de bijbehorende sfeer, dat zijn dingen die ik meeneem naar mijn voorstelling. Het feit dat ik nu bijvoorbeeld niet in België ben, dat maakt mij meer bewust over wat ik maak. Mijn voorstelling gaat ook over Vlaanderen, daar denk ik nu ineens anders over na. Hoe het is om een Vlaamse voorstelling te brengen naar Nederland. Wat betekent dat? Ik zou mijn tekst ook graag willen spelen op andere plekken buiten België. Ik heb een persoonlijke gids voor mezelf over wat België voor mij is, maar dat zijn allemaal associaties die ik heb vanuit mijn kindertijd, die mensen hier niet kennen. En misschien is dat ook niet erg.”
De voorstelling Honey I’m real I exist gaat op 30 september 2021 in première in de Vooruit in Gent. Barbara’s grootste wens is dat haar man bij de première zal zijn, daarmee de procedure is afgerond en aan al dat wachten eindelijk een einde komt.
Houd mij op de hoogte
Ontvang onze tweewekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van onze activiteiten.