Dingen moeten eerst fout gaan voordat we inzien dat het anders kan. Alleen, mag het wel fout gaan? Houden we dan nog wel iets over?
In dit proces wordt de ‘maakbare’ realiteit onderzocht waar planningsdrang en efficiëntie het toeval uitbannen. Deze gretige houding naar het controleren van dat wat ons wellicht zou kunnen overkomen, ontneemt ons de ruimte om in resonantie te treden met de wereld om ons heen, om geraakt te worden. De zucht naar perfectie, luxe en alleen maar méér willen is de bron voor ons ongenoegen en onze rusteloosheid.
We vragen ons af, waar is ruimte voor menselijkheid?